grote-processie-1948-of-1949

Aldus een oudere Roermondenaar, wiens vader ieder jaar met andere mannen het Heilig Sacrament (een gewijde hostie in een fraaie zilveren houder) moest helpen dragen tijdens de grote processie. Processies zijn plechtige katholieke optochten waarbij vroeger de hele bevolking betrokken was. Het Gemeentearchief heeft er dan ook veel foto’s van. Mensen liepen óf mee, óf stonden langs de kant. Processies behoorden tot de feestelijke hoogtepunten van het jaar. En ja, daar moest op gedronken worden.

grote-processie-1948-of-1949

Grote en kleine processie

De grote processie draaide om het Heilig Sacrament. Tegelijk was de kermis en de jaarmarkt. De twee soorten feestelijkheden zaten elkaar in de weg. Daarom werd de processie in 1599 twee dagen vervroegd en werd de jaarmarkt verschoven naar de zondagen daarna. De Sacramentsprocessie is niet altijd gehouden, maar werd in 1977 in ere hersteld.
De kleine processie herdacht oorspronkelijk de wijding van de Munsterkerk. De stoet begon en eindigde daar en er werden heiligenbeelden uit de kerk meegedragen.

grote-processie-1948-of-1949

Deelnemers

Voorop liepen kerkelijke en stedelijke hoogwaardigheidsbekleders, daarachter de ambachtsgilden, voorafgegaan door een vaandeldrager en bewapend met geweren. Ook liepen er ‘bruytiens ende gecierde kinderen’ (jonge meisjes en verklede kinderen) mee. En in 1680 besloot het stadsbestuur dat de stadsreus Sint-Christoffel weer in de kleine processie zou optrekken. Een lid van het stadsbestuur moest zorgen voor zijn ‘kleedinge ende requisita’. Ook moest hij ‘den draeck’ weer laten meelopen. 

Volksfeest

Aan die stadsreus en die draak is te merken dat de religieuze processies neigden naar een volksfeest. Dat liep soms uit de hand, zoals blijkt uit de straffen waarmee het stadsbestuur geregeld dreigde. Het gebeurde nog wel eens dat ambachtslieden niet kwamen opdagen, dat ze stopten ‘om beschoncken te worden’ en dat mensen aan de jonge meisjes en kinderen in de stoet alcohol te drinken gaven. 

Stadsprocessie

Ambachtslieden schoten hun geweren af ter verhoging van de feestvreugde. Bij de grote processie van 1665 landde één van de kogels op een strooien dak. Dat vatte vlam en binnen de kortste keren sloeg het vuren over naar andere strodaken. Het werd een drama waarbij driekwart van de stad afbrandde. De bisschop bracht de inwoners naar de Kapel in ’t Zand om tot Maria te bidden om hulp. Joanna van Randenraedt, een vroom levende ongetrouwde vrouw, bleef in de stad en gooide een Mariabeeldje in het vuur. Daarna stopte de brand – door de hulp van Maria, geloofde men.
Sindsdien trekt ieder jaar op de tweede zaterdag van mei de Stadsprocessie naar de Kapel in ’t Zand, om Maria te bedanken voor haar hulp bij de brand van 1665.
 

Alle foto’s zijn genomen tijdens de grote processie van 1948 of 1949. Foto’s: H.H. van der Beek / Gemeentearchief.