Op het adres Frans Douvenstraat 11 woonden Alexander Goedhart en Caroline Gottschalk met hun zonen Jacques Goedhart en Max Goedhart. Beide zonen werden gedeporteerd en vermoord tijdens de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Al vóór de deportatie van de twee broers werd hun huisgenoot Senta Baum-Lifjes opgeroepen voor deportatie. Zij had eerder op de adressen Hamstraat 20 en Zwartbroekstraat 30 (nu nummer 36) gewoond en werd gedwongen bij het gezin Goedhart in te trekken. De Duitsers concentreerden de Joodse inwoners op een steeds kleiner aantal adressen om beter controle op hen te kunnen houden.