Troepentransportschip Castelbianco

Gebouwd in 1945 als Victoryschip door Bethlehem-Fairfield Shipyard Inc. in Baltimore onder de naam Vassar Victory en in 1947 aangekocht door de van oorsprong Siciliaanse firma Sitmar (die nu in handen was van de Rus Vlasov) en verbouwd tot emigrantenschip. Ze werd ingericht voor het vervoer van 480 emigranten en ging varen onder de naam Castelbianco. Ze werd op verschillende routes ingezet, onder andere naar Zuid-Amerika en naar Australië. Op terugweg uit Australië nam zij in 1951 Molukse militairen en hun gezinnen mee naar Nederland (Tandjung Priok 27 maart – Rotterdam 24 april 1951). De passagiersaccomodatie bestond naast hutten uit aan aantal grote slaapzalen. Zij werd in 1952 uitgebreid onder handen genomen op een werf in Triest. Haar passagiersaccomodatie steeg bij die gelegenheid tot niet minder dan 1200 bedden. Haar naam werd toen al als Castel Bianco gespeld. Vijf jaar later werd ze overgenomen door de Spaanse Compañia Transatlantica in Barcelona, die haar Begona noemde. Toen werd ze toeristenklasseschip voor 380 personen. Ze voer op La Guaira bij Carácas tot ze in 1974 op de Atlantische Oceaan – vol passagiers – enige dagen stil kwam te liggen met motorpech. Ze werd naar de Antillen gesleept en later in Spanje gesloopt.
Bron: set ansichtkaarten uitgegeven door Moluks Historisch Museum / Museum Sedjara Maluku, Utrecht.

Met de Castelbianco kwam aan:

> Hoofdpagina Ambon aan de Maas