Door John Vaessen

De Congregatie van de Allerheiligste Verlosser (Congregatio Sanctissimi Redemptoris, C.Ss.R.) is een congregatie van religieuzen, die algemeen bekend staat als de redemptoristen. Vanaf 1830 was deze congregatie in België actief en sinds 1832 ook in het Nederlandse Wittem. Het redemptoristenklooster aan de Parklaan in Roermond werd in 1863 opgericht naar een ontwerp van de in de stad wonende architect Carl Weber (1820-1908). Ten gevolge van de ontkerkelijking nam het aantal kloosterlingen na 1950 geleidelijk af, hetgeen resulteerde in de verkoop van een deel van het aan de Kapel in ’t Zand gelegen klooster. Op de bij het gebouw behorende begraafplaats zijn vanaf 1871 een dertigtal redemptoristen begraven onder wie de paters Gerard van den Heuvel en Louis Bleijs.

Pater Gerard van den Heuvel (1900-1945)

Op 1 oktober 1924 werd de in het Noord-Brabantse Made geboren pater Gerard van den Heuvel door de toenmalige bisschop van Roermond mgr. Schrijnen (1914-1932) te Wittem tot priester gewijd. In 1926 werd hij benoemd tot kapelaan aan de Kapel in ’t Zand. Met een onderbreking van twee jaar, waarin hij werkzaam was in een retraitehuis te Amersfoort, zou hij tot zijn overlijden verbonden blijven aan het Roermondse klooster. Eind 1944 vestigden de beruchte Fallschirmjäger onder commando van majoor Ulrich Matthaeas zich in Roermond. Deze Matthaeas voerde een waar schrikbewind, waarbij niet alleen alle mannelijke inwoners tussen de zestien en zestig jaar het moesten ontgelden, maar eveneens de geestelijken. Zij werden door de nazi’s beschouwd als leiders van het Roermondse verzet. Vanwege vermeende verzetsactiviteiten werd pater Van den Heuvel op 28 december 1944 gearresteerd. Na gevangen gezet te zijn in Elmpt, Dahlheim, Wassenberg en Erkelenz werd hij uiteindelijk op 3 februari 1945 overgebracht naar de beruchte Gestapo-gevangenis Klingelpütz in Keulen, waar hij op 6 maart 1945 aan uitputting overleed. Zijn stoffelijk overschot heeft men pas op 23 oktober 1950 weten te traceren, waarna de herbegrafenis op 26 oktober plaats vond op de kloosterbegraafplaats aan de Kapel in ‘t Zand.

Pater Louis Bleijs (1906-1945)

De in Tilburg geboren Ludovicus (Louis) Bleijs werd in 1931 tot priester gewijd en was van 1939 tot 1944 kapelaan redemptorist in Roermond. Onder de schuilnaam Lodewijk was hij tijdens de oorlog nauw betrokken bij de Limburgse Onderduikorganisatie (LO). Omdat zijn verzetsactiviteiten bij de Duitse bezetter bekend werden was pater Bleijs, tegen zijn zin, genoodzaakt via Frankrijk en Spanje naar Engeland te vluchten, waar hij vanaf augustus 1944 de Nederlandse regering in ballingschap op de hoogte bracht van activiteiten van het Limburgse verzet. Hier kwam hij in contact met prins Bernhard, die hem als aalmoezenier in de functie van majoor toevoegde aan zijn militaire staf. De ‘Aal van Oranje’ zou tot zijn dood met de prins bevriend blijven. Na de oorlog verzorgde Bleijs in het hele land presentaties over de achtergronden van het verzet. Op weg naar een lezing op 17 augustus 1945 kreeg de auto waarin hij vervoerd werd net buiten Gorinchem een klapband en belandde deze in een diepe greppel. Bleijs raakte zwaargewond en overleed diezelfde dag. Bij onderzoek aan de auto bleek dat een voorwiel was losgelopen. Of de oorzaak slijtage of sabotage was kon niet worden vastgesteld. De requiemmis in de Munsterkerk en zijn daaropvolgende begrafenis op 21 augustus in een graf dat gelegen was tegen de buitenkant van de muur van de kloostertuin bij de Kapel in ’t Zand werden door Prins Bernhard bijgewoond.

Prins Bernhard bij begrafenis pater Ludo Bleijs

In 1947 werd de kloosterbegraafplaats heringericht en werd het stoffelijk overschot van pater Bleijs overgebracht naar zijn huidige rustplaats.

Plaquette

Naar de beide paters redemptoristen zijn in het stadsdeel Kapel in ’t Zand straten genoemd en een plaatselijke scoutinggroep is bovendien vernoemd naar pater Bleijs.
In 1949 werd precies aan de andere kant van de muur waar de paters Bleijs en later ook Van den Heuvel hun laatste rustplaats kregen een door de Roermondse kunstenaar Dolf Wong (destijds tijdelijk medegevangene van Gerard van den Heuvel) vervaardigde koperen plaquette onthuld ter herdenking aan deze zo tragisch om het leven gekomen paters redemptoristen. Deze plaquette kreeg in 1995, vijftig jaar na hun overlijden, een meer in het oog springende plaats aan de gevel van de kapel bij de ingang van de processiegang.

Bronnen: Jan van Lieshout, ‘De Aal van Oranje’. Een biografie van pater Bleijs (1988); Cor Houben, ‘Pater Gerard van den Heuvel, slachtoffer van naastenliefde’, Spiegel van Roermond 2007; Het Kruiswegpark (Roermond 2010).