Broeder Wendel van Huize Sint Jozef uit Roermond beschreef de terugkeer vanuit Friesland: ’15 juni: We gaan terug! ’s Morgens alles inpakken. Vanmorgen om 08.30 uur kwamen de eerste twee wagens. Volgepropt met jongens vertrokken ze uit Irnsum. Kort daarna nog drie wagens waar de rest van circa honderd jongens een plaats kregen in de open laadruimte. We zaten als haringen in een ton. Heel langzaam reden we door het dorp. Voor elk huis stonden mensen te zwaaien. Verschillende bekenden hadden de tranen in de ogen. Buiten het dorp zetten de wagens de vaart erin richting Heerenveen.

Om 10.00 uur werd voor het eerst gestopt. Het hele konvooi moest bij elkaar komen, in totaal zeven wagens. Eenmaal op weg van Swalmen naar Roermond kwamen de herinneringen naar boven hoe we hier vier maanden geleden wandelden onder de meest ellendige omstandigheden. Het viaduct lag nog in puin. We reden eromheen en waren weer in ons ‘Remunj’. Het Limburgs volkslied werd gezongen. Langs de weg wuivende mensen en op de wagens blijde harten.

Artikel 32 Het Retraitenhuis op de Kapellerlaan was aanmeldcentrum voor terugkerende Roermondenaren (NIOD, Amsterdam).jpg
Het Retraitenhuis op de Kapellerlaan was aanmeldcentrum voor terugkerende Roermondenaren (Collectie NIOD, Amsterdam)

Het eerst gingen we naar het Seminarie waar we gereinigd zouden worden, maar hier kregen we te horen dat we naar het Retraitehuis moesten. Hier stond de repatrieëring klaar met spuiten. Alles werd bespoten. In de hals, in de mouwen en in de broekspijpen. Men zegt dat dit afdoende helpt. We zagen eruit alsof we kapotte meelzakken hadden gesjouwd. Van hieruit gingen we naar het gesticht waar de bagage werd afgeladen. Op het gesticht weer een hartelijke begroeting van allemaal bekende gezichten van jongens en personeel. De bagage werd op de speelplaats gedeponeerd. De jongens waren al naar het Seminarie waar het avondeten voor ons klaar stond. Fantastische boterhammen. Daarbij kwam echte koffie en iedere jongen kreeg een stuk chocolade. Geen wonder dat de jongens blij waren weer thuis te zijn.

Op het gesticht was het een reuze puzzel om de bagage van de verschillende groepen en jongens uit te zoeken.De jongens gingen snel naar bed. Heerlijk tussen twee witte lakens en een kussen. Sinds de bominslag op 11 november niet meer gebeurd. Toen de jongens in bed lagen heb ik met behulp van enkele werkjongens alle resterende bagage in veiligheid gebracht. Ik was doodmoe maar overgelukkig. We zijn weer thuis! Nu begint de opbouw!’

Door Eric Munnicks