Het Geallieerde opperbevel wilde de Duitsers terugdringen tot achter de Maas en daarvoor de bruggenhoofden opruimen. Om de Duitse verdedigingswerken in kaart te kunnen brengen werden foto-verkenningsvluchten gevlogen over de Duitse stellingen. Als de piloot eenmaal terug was van zijn vlucht, werden de foto’s ontwikkeld en afgedrukt. De specialisten bogen zich over de foto’s en bekeken de vijandelijke stellingen. Deze werden dan exact in beeld gebracht op de Geallieerde stafkaarten.

Art 12 Luchtfoto analyse.jpg


De Britten maakten zich de meeste zorgen over het bruggenhoofd Hatenboer / De Weerd.
De lichamelijke en geestelijke conditie van de Fallschirmjäger in het bruggenhoofd was slecht. Bijna iedereen was uitgeput door slaapgebrek. Velen hadden maagklachten, buikloop en koorts. Iedereen zat onder de luizen en sommigen hadden loopgraafvoeten. Maar evengoed bereidden de overgebleven Fallschirmjäger zich voor op een verbeten gevecht, dat militair gezien volstrekt zinloos was.

Art 12 Brückenkopf Hatenboer.jpg

Ruim 300 Fallschirmjäger zaten klem tussen de wild kolkende Maas en de ‘Tommies’ in Horn. Op het Britse hoofkwartier werd inmiddels hard gewerkt aan de laatste voorbereidingen voor de aanval op het bruggenhoofd. Op 21 november verzamelden de Britten zich bij de startlijn. Ze verwachtten dat de Duitsers zich hardnekkig zouden verdedigen. De stemming onder de Britse soldaten daalde. Een Britse officier sprak hen moed in en aarzelend pakten ze hun wapens en bepakking. In de verte lag in de druilerige regen een duister en onbekend De Weerd vol met net zo nerveuze Duitsers te wachten op de bevrijding.

Intussen rukten twee Britse compagnieën op in de richting van De Geer en werd De Weerd door artillerie beschoten. Ook de Duitse artillerie begon zich vanuit de bossen bij Asenray/Boukoul in de strijd te mengen. Om 21.30 uur trokken de Britse soldaten De Weerd binnen. Er ontstonden felle gevechten met Fallschirmjäger. Tegen 22.00 uur bereikten de Britten de tankgracht. Men had tot dan toe slechts vijftien Duitsers gevangen genomen. Tegen middernacht werden de eerste pogingen ondernomen om de tankgracht over te komen doch al deze pogingen mislukten door het intense Duitse mortier- en artillerievuur.

De Britse soldaten kregen opdracht om direct met enkele ladders de tankgracht over te steken. Rond 01.00 uur in de nacht openden de Britten de aanval. De soldaten gingen met ladders de tankgracht te lijf. Er ontstond een onoverzichtelijke situatie door de duisternis, het inferno van ontploffende granaten en het geschreeuw van gewonde soldaten. Toch slaagden de Britten erin om een klein bruggenhoofd te vestigen en verder op te rukken naar de rijksweg en de steenfabriek. In het donker baanden ze zich meter voor meter een weg door de modder. Op diverse plaatsen waren mijnen verborgen. Er vielen meerdere gewonden door deze mijnen.

De uiteindelijke aanval begon op 22 november omstreeks 06.00 uur in de ochtend. Circa 60 Britten renden luid schreeuwend de weg over en drongen de steenfabriek binnen. De Duitsers gaven zich massaal over. Er werden 120 Duitsers gevangen genomen. Het bruggenhoofd Hatenboer / De Weerd had opgehouden te bestaan. Aan Britse zijde had de strijd op Roermonds grondgebied aan vijftien soldaten het leven gekost. Daarnaast vielen er circa 50 Britse gewonden. Aan Duitse zijde lieten naar schatting 60 Fallschirmjäger het leven.