Geboren |
28 februari 1896 Viersen (D) |
Gedeporteerd |
|
Vermoord |
17 september 1943 Auschwitz |
Adres |
Godsweerdersingel 13, Roermond |
Familie |
Echtgenoot van Auguste Cohn, vader van Kurt Nathan en Herbert Nathan |
De koopman in veevoeder Paul Nathan werd op dezelfde dag als zijn dertienjarige zoon Herbert vergast in Auschwitz. Zijn vrouw Auguste Cohn (*1901) werd slachtoffer van medische experimenten door de nazi’s maar overleefde de oorlog. Ook zijn oudste zoon Kurt (*1925) overleefde. Beiden zijn uiteindelijk geëmigreerd naar Argentinië. Kurt was werkzaam geweest bij Cillekens’ IJzerwarenhandel aan de Neerstraat, maar werd later bankier. Na een verblijf in Argentinië vestigde hij zich in de Verenigde Staten, waar hij in 2004 overleed. Pauls moeder Rosa Nathan-Ullmann, weduwe van Bernhard Nathan, zocht in 1939 haar toevlucht bij haar familie in Roermond. In 1942 stierf zij op 79-jarige leeftijd een natuurlijke dood. Ze is begraven op de nieuwe joodse begraafplaats van het Oude Kerkhof.
Links
Literatuur
- Hein van der Bruggen, ‘De ondergang van joods Roermond 1940-1945’, Spiegel van Roermond 14 (2006), p. 20-51
- Hein van der Bruggen, ‘Joods gedenkteken en nogmaals “De ondergang”’, Spiegel van Roermond 15 (2007), p. 128-129
- John Vaessen, ‘Dood, maar niet vergeten’. Graven en grafkelders op ‘den Aje Kirkhaof’ te Roermond (Roermond 2019), p. 383
- Hein van der Bruggen, Aspecten van Joods Leven in Roermond en Midden-Limburg 1275-2018 (Hilversum 2021), p. 244-245, 247, 277