1895: vernedering

Het jaar 1895 – waar moeten we dan aan denken? De provincie Limburg hoorde toen nog geen 30 jaar volledig bij het Koninkrijk der Nederlanden. Limburg voelde zich nog niet erg verbonden met ‘Holland’, en omgekeerd ook niet. Roermond had een andere geschiedenis dan de rest van Nederland. Tot 1794 was Roermond de hoofdstad geweest van het Overkwartier, één van de vier gebiedsdelen van het hertogdom Gelderland. In de Tachtigjarige Oorlog waren dit Overkwartier en de rest van Gelderland van elkaar gescheiden. Het Overkwartier was, met de hoofdstad Roermond, bij het latere België gekomen, de rest van Gelderland bij het latere Nederland. In de negentiende eeuw werden de archieven van het voormalige Overkwartier nog steeds in Roermond bewaard. Toen de Roermondse archivaris Sivré in 1889 overleed, eiste het Rijksarchief in Maastricht deze eeuwenoude archiefstukken op, gesteund door het provinciebestuur en de regering. Maar Roermond, trots op haar verleden als hoofdstad, weigerde hieraan mee te werken. Het conflict liep hoog op en staat bekend als de Roermondse archievenoorlog. De gouverneur van Limburg, Gustave Ruys van Beerenbroek, die notabene in Roermond geboren was, bedacht een manier om zijn geboortestad een lesje te leren. De regering nam zijn plan over.
In 1895 reisden de veertienjarige koningin Wilhelmina en haar moeder, koningin-regentes Emma, per trein door de provincie Limburg. Alle belangrijke plaatsen werden bezocht, behalve Roermond. De koninklijke trein stopte niet en er gold een algemeen gebiedsverbod: niemand mocht ook maar in de buurt van het station komen om de vorstinnen toe te juichen. Op het moment dat de trein passeerde, moest alleen de stationschef op het perron staan. De Roermondenaren voelden dit als een vernedering – en dat was precies de bedoeling. De landelijke pers smulde ervan.

Koningin Wilhelmina en koningin Emma rijden Roermond demonstratief voorbij (1895)
Spotprent op het koninklijke non-bezoek aan Roermond. Uit: De Nederlandsche Spectator 40 (1895), nr. 21.

1903: goedmakertje

Na deze publieke bestraffing werd Roermond nog op andere manieren dwarsgezeten en vernederd, en dat allemaal vanwege de archievenoorlog. In 1901 gaf het stadsbestuur de strijd op. De archieven van het Overkwartier werden afgesplitst van de archieven van de stad en gingen op transport naar Maastricht. Bij de verdeling werden fouten gemaakt, waardoor er uiteindelijk zelfs te veel oude stukken naar Maastricht gingen. Roermond was de grote verliezer van het conflict.
Maar de regering nam de stad weer in genade aan. Twee jaar later volgde een goedmakertje: een koninklijk bezoek. Omgekeerd greep ook Roermond die kans aan om iets goed te maken. De  stad gedroeg zich uit als het braafste jongetje van de Oranje-klas en sloofde zich enorm uit, ook al duurde hele hele bezoek maar drie uur en een kwartier.

erepoort bij het bezoek van koningin Wilhelmina en prins Hendrik aan Roermond in 1903
Poort aan het Zwartbroekplein bij het bezoek van koningin Wilhelmina en prins Hendrik aan Roermond in 1903. Foto: Hegemann & Bingen; collectie Gemeentearchief.

In de kranten stonden gloedvolle welkomstartikelen en er verscheen een geïllustreerd Gedenkboek der “Blijde Incomste”. Koningin Wilhelmina, inmiddels 22, en haar kersverse echtgenoot prins Hendrik maakten een rijtoer door de stad onder begeleiding van hoogwaardigheidsbekleders en  een militaire ere-escorte. De hele route was versierd met door kunstenaars ontworpen triomfbogen, vaandels, draperieën en guirlandes van groen. Er was muziek van de Koninklijke Harmonie en er waren toespraken, lofliederen, lofdichten en heel veel bloemen. Géén mis – het vorstenpaar was immers protestants –, maar wel ontving de bisschop het gezelschap in de Munsterkerk voor een bezoek aan het praalgraf van Gerard van Gelre en zijn gemalin Margaretha van Brabant. Na een feestmaal ten stadhuize stapte de koninklijke stoet om half 3 weer op de trein. De Roermondenaren zetten het feest voort in de cafés om zo de schande van 1895 voor eens en voor altijd weg te spoelen.

Grote afbeelding: pamflet tegen gouverneur Gustave van Beerenbroek uit 1895, gekalligrafeerd door een onbekende kunstenaar. Collectie Gemeentearchief.