Geboren

12 februari 1878 Mehlingen (D)

Gedeporteerd

  • Ondergedoken
  • 21 oktober 1943 naar Westerbork
  • 25 januari 1944 van Westerbork naar Auschwitz

Vermoord

28 januari 1944 Auschwitz

Adres

Godsweerdersingel 16, Roermond

Familie

Echtgenoot van Pauline Haber, schoonzoon van Josephine Haber-Lion, vader van Elisabeth Krämer en Erwin Jacob Krämer

Sommigen Joden waren van de eerste en tweede Roermondse deportatie in 1942 vrijgesteld wegens ziekte. Die ziekten waren soms voorgewend. Tot deze groep behoorde ook de bejaarde Max Krämer, die van die gelegenheid gebruik maakte om onder te duiken. Op 20 oktober 1943 werden bij razzia’s in Maastricht en Roermond vijf arrestaties verricht en werd hij alsnog in Roermond opgepakt. Via Westerbork werd hij op transport gesteld naar Auschwitz, waar hij werd vermoord. Ook zijn schoonmoeder Fanny Haber-Lion en zijn zoon Erwin Jacob werden vermoord tijdens de Shoah. Zijn echtgenote Pauline Krämer-Haber alsmede hun dochter Elisabeth Emrich-Krämer overleefden de oorlog.

Links

Literatuur

  • Hein van der Bruggen, ‘De ondergang van joods Roermond 1940-1945’, Spiegel van Roermond 14 (2006), p. 20-51
  • Herman van Rens, Vervolgd in Limburg. Joden en Sinti in Nederlands-Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog (Hilversum 2013), p. 188-263
  • Hein van der Bruggen, Aspecten van Joods Leven in Roermond en Midden-Limburg 1275-2018 (Hilversum 2021), p. 239, 248-249, 257 (noot), 258, 276