Geboren |
28 februari 1883 Bruchsal (D) |
Gedeporteerd |
|
Vermoord |
14 oktober 1944 Auschwitz |
Adres |
Robert Regoutstraat 50, Roermond |
Familie |
Echtgenoot van Anna Gertrud Sachs, vader van Karl Gross, Dora Gross en Klaus Gross |
Wilhelm Gross en Anna Gertrud Sachs trouwden in 1917 te Breslau, nu Wrocław (PL). Hij was van Joodse, zij van half-Joodse afkomst, maar beiden waren lid van de Duitse Evangelische Kirche. Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakte hij als vrijwilliger deel uit van het Duitse leger. Voor zijn verdiensten werd hij onderscheiden met het Eisernes Kreuz IIe klasse en het Ridderkruis van de Orde van de Badense Zähringer Löwen. Na de oorlog studeerde hij mijnbouwkunde en werd hij hoogleraar mijnbouwkunde in Breslau. Prof.dr.ir. Gross was ervan overtuigd dat hij als Duits burger, als protestant, als internationaal bekend hoogleraar en vanwege zijn verdiensten als militair gedurende de Eerste Wereldoorlog niet vervolgd zou worden. De Kristallnacht van 9 op 10 november 1938 maakte echter duidelijk dat het nazigeweld en het daarmee gepaard gaande antisemitisme niet aan hen voorbij zouden gaan. Als slachtoffer van anti-Joodse acties werd hij gevangengezet in kamp Buchenwald, waaruit hij na vijf weken, dankzij de inzet van een collega, op 15 december 1938 werd vrijgelaten. Het was nu duidelijk dat ze haast moesten maken Duitsland te verlaten, wilden ze niet het gevaar lopen opnieuw gevangengezet en mogelijk gedeporteerd te worden. Het echtpaar Gross-Sachs vestigde zich om die reden in 1939 als vluchtelingen in Roermond. Hun voornemen om vanuit Nederland door te reizen naar onder meer de Verenigde Staten kon niet gerealiseerd worden. Hun zonen Karl (*1919) en Klaus (*1927) hadden inmiddels weten uit te wijken naar het veilige Engeland, later gevolgd door hun dochter Dora (*1920). In Roermond kreeg Gross als laborant werk bij R. Smeets’ Meelfabrieken aan de Godsweerdersingel. Na eerst elders in de stad gewoond te hebben vonden ze een woning aan de Robert Regoutstraat in de wijk Eigen Haard. Hier maakten ze onder meer kennis met buurman Jan Drenth, hoofdwerktuigkundige van Rijkswaterstaat. Samen met andere leden van de hervormde kerk in Roermond verleende hij ondanks grote risico’s jarenlang bijstand aan de beide vluchtelingen. Ondanks een vergunning om in Nederland te mogen blijven werden Wilhelm en Gertrud Gross alsnog door de bezetter gedwongen mee te gaan met de derde Roermondse deportatie. Ook in de periode dat het echtpaar in Westerbork en Theresienstadt verbleef hield Jan Drenth contact. Na anderhalf jaar in verschillende kampen werden ze in Auschwitz omgebracht.
Huwelijksfoto van Wilhelm Gross (1883-1944) en Gertrud Sachs (1895-1944).Wilhelm Gross als hoogleraar mijnbouwkunde aan de Technische Hochschule in Breslau, nu Wrocław (PL).
Wilhelm Gross en echtgenote Gertrud Sachs met zoon Karl (*1919) en dochter Dora (*1920), ca. 1924.
Links
Literatuur
- Hein van der Bruggen, ‘De ondergang van joods Roermond 1940-1945’, Spiegel van Roermond 14 (2006), p. 20-51
- Hein van der Bruggen, ‘Wilhelm en Gertrud Gross-Sachs, vluchtelingen in Roermond (1939-1943)’, Spiegel van Roermond 25 (2017), p. 128-135
- Hein van der Bruggen, Aspecten van Joods Leven in Roermond en Midden-Limburg 1275-2018 (Hilversum 2021), p. 218, 229, 239-240, 246, 264-265, 271, 274, 276