Geboren |
6 mei 1906 Neustrelitz (D) |
Gedeporteerd |
|
Vermoord |
23 juli 1943 Sobibor |
Adres |
Grotekerkstraat 1, Roermond |
Familie |
Verlaten echtgenote van James Simon, moeder van een kind met onbekende naam en van Eli Simon |
Lillie Lucie Simon-Mozes was Paramedistin (paramedisch therapeut) van beroep. Ze was op 8 januari 1932 in het Duitse Marienwerder gehuwd met James Simon, die haar echter zou verlaten. Uit dit huwelijk was één kind geboren. Dit kind verliet Duitsland met één van de kindertransporten naar Engeland en overleefde de oorlog, net als zijn vader. Eind 1939 arriveerde Lillie Simon vanuit Berlijn in Rotterdam, waar ze vanaf 22 december woonde aan het Stadhoudersplein 18b. Later verhuisde ze naar de Jesuïtenstraat 19 in Roermond, om vervolgens te gaan wonen aan de Grotekerkstraat 1. Ze raakte zwanger, vermoedelijk van een huisgenoot, en beviel te Heerlen, waarschijnlijk in de Vroedvrouwenschool, van haar tweede kind Eli (roepnaam Peter). Omdat ze niet officieel van James Simon gescheiden was, was deze de wettige vader van het kind. Samen met haar anderhalfjarig zoontje Peter behoorde Lillie Lucie in eerste instantie tot de groep Joden die deel uit maakte van de eerste deportatie op 25 augustus 1942. Ze moesten echter in Maastricht de groep verlaten en huiswaarts keren, maar zijn alsnog bij de derde deportatie via Vught op transport gesteld naar Westerbork en in Sobibor vermoord.
Lillie Lucie Simon-Mozes, die tezamen met haar ruim anderhalfjarig zoontje werd vermoord.Links
Literatuur
- Hein van der Bruggen, ‘De ondergang van joods Roermond 1940-1945’, Spiegel van Roermond 14 (2006), p. 20-51
- Hein van der Bruggen, Aspecten van Joods Leven in Roermond en Midden-Limburg 1275-2018 (Hilversum 2021), p. 243, 246-247, 277