Door John Vaessen
In de vorige bijdrage was te lezen dat de familie Xhaflaire gezien kan worden als basis voor de zogenaamde ‘kermisadel’ in Roermond tot het begin van de Tweede Wereldoorlog. Een belangrijke kermisfamilieverbinding kwam vervolgens tot stand door het huwelijk tussen Barbara Xhaflaire en Willem Karel Benner, eveneens stichter van een Roermonds kermisgeslacht. Hij exploiteerde in de loop der jaren diverse succesvolle kermisattracties.
Oorspronkelijk bewoonde het echtpaar het hoekpand Hamstraat/Stationsplein, dat in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd raakte en opnieuw opgebouwd werd. Menige Roermondenaar kent het pand onder de naam ‘Coorens’. Vooral zijn zogenaamde salon-carrousel met orgel en zijn reizende bioscoop maakten Benner tot een vermogend persoon. Eén van de zonen van het echtpaar Benner-Xhaflaire was Antoon Benner, die trouwde met Griet van Bergen, een dochter van de kermisfamilie Van Bergen-Xhaflaire. Samen reisden ze met salon- en stoomcarrousels, een aeroplanecarrousel en een cake-walk en presenteerden ze een nieuwe attractie, het zogenaamde Feenpalast, de voorloper van de in opkomst zijnde danssalons, waarmee menige toekomstige kermisexploitant zich op de reis zou gaan begeven. Twee andere zonen van het echtpaar Benner waren Laurent en Jean, die eveneens hun kermisloopbaan begonnen met de reeds genoemde attracties, maar nadien grote faam verkregen met de exploitatie van indrukwekkende achtbanen. De in Swalmen gevestigde Machinefabriek en IJzergieterij N.V. P. Konings kreeg van diverse kermisexploitanten opdracht stoomcarrousels te vervaardigen. Later zou de firma Konings van de broers Benner opdracht krijgen tot de fabricage van diverse achtbanen, waarmee in België en Nederland gereisd werd.
De grondlegger van de kermisfamilie Tewe uit Dordrecht was Antoon Tewe, getrouwd met de Roermondse Catharina Huiskens, een dochter van kermisreiziger Gerard Huiskens. Twee van de dochters Tewe traden later in het huwelijk met zonen van de familie Benner: Arnoldina Tewe met Laurent Benner en Gerardine Tewe met Jean Benner. Hun zus Hubertina Benner huwde Lambertus Tewe, een broer van de gezusters Tewe.
Tot de afstammelingen van de reeds genoemde familie Wolfs-Xhaflaire behoorde ook hun dochter Josephina Wolfs. Zij trad in tegenstelling tot vele van haar familieleden niet in het huwelijk met een kermisexploitant, maar trouwde met Frans Cremers, uitbater van een horecagelegenheid genaamd Hotel Suisse op de hoek van de Hamstraat en de Kruisherenstraat, later gespecialiseerd in wijnen en gedistilleerde dranken. Dit pand en enkele aangrenzende panden in de Kruisherenstraat waren eveneens in bezit van de gefortuneerde familie Xhaflaire. Het echtpaar Cremers-Wolfs kreeg één dochter, ook Josephine genaamd. Omdat moeder Josephine in het kraambed overleed, werd de kleine Josephine opgevoed door het echtpaar Wolfs-Nizet.
Het was vanaf eind negentiende eeuw gebruikelijk dat veel kermisexploitanten uit Nederland naar Roermond afreisden om er te overwinteren en zo de onderlinge banden te verstevigen, maar vooral ook om reparaties of opknapbeurten aan hun salonwagens en attracties te laten verrichten. Tot de vakbekwame handwerkers in de stad behoorden onder meer de beeldhouwers Jean Geelen en Peter Smeets, de kunstsmid Thei Cox en de schilders Charles Stroucken en Mathieu Lommen. Behalve herstellingen leverden zij ook nieuwe paardjes en voorfronten voor carrousels en het nodige schilderwerk. Mede door de aanwezigheid van dit soort bedrijvigheden groeide Roermond uit tot de bakermat van kermisfamilies die hier hun thuishaven vonden.
Vrijwel alle genoemde families hebben op het Oude Kerkhof van Roermond hun laatste rustplaats gekregen. In het oog springende grafmonumenten en opvallende grafkelders van de Roermondse ‘kermisadel’ doen qua voornaamheid nauwelijks onder voor de monumentale adellijke graven op deze begraafplaats. Opvallend is bovendien dat hun laatste rustplaatsen naast of dicht bij elkaar gelegen zijn. De clan die ze tijdens hun leven koesterden, krijgt zo een vervolg na hun overlijden.
In een volgende aflevering volgt het laatste deel van deze serie.
Ontleend aan John Vaessen, ‘Dood, maar niet vergeten’. Graven en grafkelders op ‘den Aje Kirkhaof’ in Roermond (Roermond 2019)
Foto’s: archieven Ruud Lamboo Louwarts en John Vaessen