|
Geboren |
26 februari 1907 Amsterdam |
|
Gedeporteerd |
|
|
Vermoord |
31 maart 1944 Midden-Europa |
|
Adres |
Zwartbroekstraat 30 (nu nummer 36), Roermond |
|
Familie |
Zoon van Abraham Bierman en Golda Costima, gescheiden echtgenoot van Johanna Weiss of Weisz |
Maurits Bierman was chauffeur en automonteur. Op 13 december 1939 trouwde hij met de eveneens in Amsterdam geboren Johanna Weiss of Weisz. Het huwelijk hield niet lang stand. Op 23 augustus 1941 werd de scheiding uitgesproken. Inmiddels was Maurits Bierman in 1940 naar Eindhoven verhuisd, waar hij woonde aan de Frederika van Pruisenweg 50. Vóór dit pand is ook een Stolperstein voor hem geplaatst. In Roermond woonde Bierman enkele maanden op de Steenweg 2, daarna korte tijd aan de Bergstraat 3 bij het Joodse gezin van Hermann Falkenstein en uiteindelijk vanaf september 1942 op het adres Zwartbroekstraat 30 (nu nummer 36), het pand van de slagerij en het pension van Bernhard Wolf en Ida Wolf-Wehrmann, die kort daarvoor waren gedeporteerd. Tijdens het transport naar Auschwitz werd Maurits Bierman met andere lotgenoten op het goederenstation Cosel door de nazi’s gedwongen de trein te verlaten om elders dwangarbeid te verrichten, met uiteindelijk de dood als gevolg. De ouders van Maurits Bierman en zijn zus Rosette Leisen-Bierman zijn in Auschwitz vermoord. Of zijn broer David de oorlog overleefd heeft, is niet bekend.
Links
Literatuur
- Hein van der Bruggen, ‘De ondergang van joods Roermond 1940-1945’, Spiegel van Roermond 14 (2006), p. 20-51
- Herman van Rens, Vervolgd in Limburg. Joden en Sinti in Nederlands-Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog (Hilversum 2013), p. 141-147
- Herman van Rens en Annelies Wilms, Tussenstation Cosel. Joodse mannen uit West-Europa naar dwangarbeiderskampen in Silezië. Maaslandse Monografieën 84 (Hilversum 2020)
- Hein van der Bruggen, Aspecten van Joods Leven in Roermond en Midden-Limburg 1275-2018 (Hilversum 2021), p. 244, 276