1946. Duitsland en Italië hebben de oorlog verloren. De bommenwerperfabriek Piaggio krijgt een verbod opgelegd om vliegtuigen te bouwen. Ze is immers onderdeel geweest van de fascistische oorlogsindustrie. De fabriek blijft zitten met voorraden onbruikbare vliegtuigonderdelen. De constructeurs van de fabriek zoeken een oplossing hiervoor. Ze ontwerpen een nieuw product: een lichte motorfiets met vliegtuigneuswielen en een vliegstartmotor als krachtbron. De naam van het nieuwe motorfietsje: de Wesp – in het Italiaans Vespa.
Italië heeft in die tijd grote behoefte aan goedkope transportmiddelen: driewielige bestel- en vrachtwagentjes (‘ijzeren honden’), kabouterautootjes (Fiat 500, Isetta) en de Vespa. Het standaard model kost omgerekend naar huidige bedragen maar zo’n 28 euro, de luxe versie zo’n 34 euro! De scooters worden direct een doorslaand succes.

Nedam

De Roermondse ondernemer Antoine Pierre Gertsen (1895-1974) krijgt interesse in het nieuwe product. Hij had in 1919 de Nederland-Amerika Import- en Exportmaatschappij opgericht, afgekort Nedam. De Nedam was het eerste garagebedrijf in Roermond. Het importeerde Amerikaanse auto’s, vooral van het merk Ford, verkocht benzine en repareerde auto’s. Als publiciteitsstunt haalde Gertsen ooit Henry Ford naar Roermond, de bekende innovator van de auto-industrie (lopende bandproductie). Maar de Nedam breidde haar activiteiten al gauw uit. Er kwam een bergingsdienst voor het wegslepen van autowrakken na ongelukken. In 1923 opende een autobusdienst met twee lijnen, Roermond-Reuver-Venlo en Roermond-Kessel-Venlo. Deze autobusdienst werd later verzelfstandigd onder de naam NAO (Nedam’s Autobus Onderneming) en ging via fusies en overnames uiteindelijk op in Connexxion. In 1925 richtte Gertsen een taxibedrijf op, de Citax, en in 1932 organiseerde hij de eerste autobeurs in Limburg.

Vespa in Nederland

Na de oorlog werd de Nedam importeur van de Vespa. Al gauw richtte Gertsen ook hiervoor een aparte werkmaatschappij op: Nedespa (Nedvespa bekte niet lekker). De oude Nedamgarage aan de Kapellerpoort werd verbouwd tot showroom.

showroom-begin-jaren-zeventig
De Nedespa-winkel aan de Kapellerpoort, begin jaren zeventig.

Scooters waren in Nederland een onbekend product. De marketingcampagne van Nedespa maakte duidelijk voor wie de Vespa bedoeld was: voor leuke modebewuste jongens die hun vriendinnetje achterop de scooter wilden meenemen voor een zomers uitstapje, en voor leuke modebewuste jonge vrouwen die eigen vervoer wilden hebben. Een belangrijk marketinginstrument was het sponsoren van Vespaclubs, die in groepsverband toerritten maakten en rally’s organiseerde. De eerste Vespaclub werden opgericht in 1952. Uiteraard kwam er ook één in Roermond: VC Midden-Limburg. In 1962 waren er in heel Nederland meer dan 40 Vespaclubs, met in totaal meer dan 3000 leden.

vespaclub-in-carnavalsoptocht-1961
Vespaclub Roermond in de carnavalsoptocht van 1961. Foto: Boudewijn van Horrik.

Vespa nu

In het midden jaren zestig konden steeds meer mensen een auto betalen en werden scooters minder populair. Ook de meeste Vespaclubs verdwenen. Maar vanaf de jaren tachtig beleefden de scooters een comeback als oldtimers en later als populair vervoermiddelen voor jongeren.
De Nedam, het Roermondse bedrijf dat geschiedenis schreef met de Vespa, maakte deze revival niet meer mee. Nedespa was al eerder gestopt en de Nedam zelf ging voorjaar 2009 failliet.

Grote foto: Vespaclub in de jaren vijftig. Collectie Els van Roomen / Walter Zegwaard.