|
Geboren |
17 oktober 1904 Viersen (D) |
|
Gedeporteerd |
|
|
Vermoord |
31 maart 1944 Midden-Europa |
|
Adres |
Hamstraat 20a, Roermond |
|
Familie |
Zoon van Manuel Bloemendaal en Rosine Nathan |
De winkelier Walter Bloemendaal was in 1941 penningmeester van het Joodsche Vluchtelingen Comité Roermond. In de periode tussen 29 augustus en 10 december 1942 werden achttien deportatietreinen met Nederlandse Joden uit het Durchgangslager Westerbork, die op weg waren naar Auschwitz-Birkenau, tot stilstand gebracht in de plaats Cosel, gelegen op 80 kilometer ten westen van het vernietigingskamp. Ongeveer 3500 voor arbeid geschikte Joodse mannen en jongens tussen de 18 en 50 jaar, onder wie de 39-jarige Walter Bloemendaal, werden door de Duitsers uit de treinen gehaald om te werk gesteld te worden in werkkampen in de regio. In welk werkkamp Walter Bloemendaal terechtgekomen is, is onbekend, evenals de plaats en de datum van zijn dood.
Links
Literatuur
- Hein van der Bruggen, ‘De ondergang van joods Roermond 1940-1945’, Spiegel van Roermond 14 (2006), p. 20-51
- Herman van Rens, Vervolgd in Limburg. Joden en Sinti in Nederlands-Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maaslandse Monografieën 76 (Hilversum 2013), p. 141-147
- Herman van Rens en Annelies Wilms, Tussenstation Cosel. Joodse mannen uit West-Europa naar dwangarbeiderskampen in Silezië. Maaslandse Monografieën 84 (Hilversum 2020)
- Hein van der Bruggen, Aspecten van Joods Leven in Roermond en Midden-Limburg 1275-2018 (Hilversum 2021), p. 244, 253, 276