Van 1543 tot 1839 hoorde Roermond bij wat nu België is. Daarna duurde het nog lang tot de stad goede verbindingen kreeg met de rest van Nederland. Die geschiedenis werkt nog altijd door in het heden.
In de vroege middeleeuwen ontstonden op het grondgebied van de latere gemeente Roermond wat nederzettingen: losse boerderijen en boerenhuisjes. In de dertiende eeuw groeide Roermond uit tot een stad.
Roermond beleefde twee bloeiperiodes: de late middeleeuwen en de tijd rond 1800. In beide periodes kwam de stad tot welvaart door de textielproductie.
Behalve gouden tijden kende Roermond ook akelige, sombere tijden. Zo had de stad nogal eens te lijden van branden, oorlogen, wreedheden en natuurgeweld.
In de Tachtigjarige Oorlog bleef het zuiden van het huidige Nederland katholiek. Ook Roermond. In de negentiende eeuw groeide de stad uit tot een centrum van het Rijke Roomse Leven.
Roermond ligt op het kruispunt van de Maas (zuid-noord) en landwegen tussen Keulen en Antwerpen (oost-west). Oplettende bezoekers kunnen invloeden uit alle windstreken terugzien.
Vraag iemand wie de grootste Roermondenaar aller tijden is. Grote kans dat hij of zij antwoordt: Pierre Cuypers. En daarna? Dan wordt het moeilijker. Een – subjectieve – selectie vindt u hier.
Wat zou Roermond zijn zonder haar eigen dialect en haar typisch-Roermondse gebruiken? De stad heeft niet alleen een rijke geschiedenis, maar ook een rijke traditie op het gebied van de volkscultuur.