|
Geboren |
23 december 1896 Ober-Klingen (D) |
|
Gedeporteerd |
|
|
Vermoord |
29 februari 1944 Wiesau, nu Łąka (PL) |
|
Adres |
Scheidingsweg 118, Roermond |
|
Familie |
Zoon van Ferdinand Wolf, echtgenoot van Paula Adler, vader van Hilde Wolf en Ruth Wolf |
Het gehele gezin Wolf, bestaande uit vader, moeder en twee dochters, werd door de nazi’s vermoord. Met uitzondering van dochter Hilde, die reeds in augustus 1942 op transport gesteld was en in Auschwitz werd vermoord, maakten de koopman Leopold Wolf, zijn echtgenote Paula Wolf-Adler en hun dochter Ruth deel uit van de tweede deportatie van Limburgse Joden naar Westerbork. Van daar uit gingen ze op transport naar het vernietigingskamp Auschwitz. Alvorens de trein het vernietigingskamp bereikte, werd Leopold Wolf met andere lotgenoten op het goederenstation Cosel door de nazi’s gedwongen de trein te verlaten om elders dwangarbeid te verrichten. Na ruim één jaar en drie maanden als dwangarbeider gewerkt te hebben kwam Leopold Wolf in het werkkamp Wiesau aan zijn einde. Bij het gezin Wolf had ook Ferdinand Wolf (1859-1941), de vader van Leopold Wolf, ingewoond. Hij was, 82 jaar oud, een natuurlijke dood gestorven en ligt begraven op het nieuwe gedeelte van de joodse begraafplaats van het Oude Kerkhof in Roermond.
Links
Literatuur
- Hein van der Bruggen, ‘De ondergang van joods Roermond 1940-1945’, Spiegel van Roermond 14 (2006), p. 20-51
- Herman van Rens, Vervolgd in Limburg. Joden en Sinti in Nederlands-Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog (Hilversum 2013), p. 141-147
- Herman van Rens en Annelies Wilms, Tussenstation Cosel. Joodse mannen uit West-Europa naar dwangarbeiderskampen in Silezië. Maaslandse Monografieën 84 (Hilversum 2020)
- Hein van der Bruggen, Aspecten van Joods Leven in Roermond en Midden-Limburg 1275-2018 (Hilversum 2021), p. 244, 277