Door John Vaessen
Als er iemand is geweest die zich in de vorige eeuw verdienstelijk gemaakt heeft op het gebied van de Limburgse cultuur in het algemeen en die van Roermond in het bijzonder, dan moet zeker de naam van Jo Hansen genoemd worden. In diverse functies heeft hij bijgedragen aan de instandhouding en bevordering van het Roermondse gemeenschapsleven, maar ook op provinciaal cultuurgebied was hij, onder meer als promotor van het Limburgs dialect, zeer actief.
Drs. Joseph (Jo) Hansen werd in 1921 te Roermond geboren als zoon van Guillaume Joseph Hubertus (Willem) Hansen (1881-1960) en de uit Vlissingen afkomstige Helena Maria Spoelstra (1881-1962). Het echtpaar Hansen-Spoelstra, in 1912 te Linne gehuwd, was woonachtig aan de Godsweerdersingel 31 A, waar Willem Hansen, meubelmaker van beroep, een werkplaats exploiteerde gespecialiseerd in fraaie salontafels, waar ruim dertig werknemers uit Roermond emplooi vonden.
Jo Hansen had geen ambitie zijn vader in de zaak op te volgen, maar ging Franse taal- en letterkunde studeren aan de universiteit te Nijmegen. Aan het Sint Ursulalyceum aan de Voogdijstraat in Roermond werd hij dientengevolge leraar Frans.
Naast zijn functie als leraar had Jo Hansen, (bijgenaamd ‘de koe van Hansen’ of voor intimi ‘ome bees’) een grote belangstelling voor de cultuur in zijn geboortestad. In Limburg zou hij bovendien eveneens bekend worden als heemkundige, folklorist, auteur en dichter. Opgegroeid in een zeer katholiek gezin was ook zijn grote voorliefde voor rooms-katholieke devotie bekend. Vooral ‘Sint Jozef, patroon van de muibelmakers’, zoals hij vermeldde op het door hemzelf in het dialect opgesteld bidprentje van zijn overleden vader, had zijn bijzondere aandacht. Zo vierde Jo Hansen zelf nooit zijn verjaardag, maar op het feest van Sint-Jozef op 19 maart wel zijn naamfeest, waarbij ieder jaar vele afgevaardigden uit het Roermondse verenigingsleven in grote getale uitgenodigd werden. Na het overlijden van zijn ouders bleef Jo Hansen in het ouderlijk huis wonen. De toegang tot de meubelwerkplaats bevond zich destijds naast de huisdeur. Deze ingang werd een begrip in Roermond omdat Hansen er met verf in gekrulde letters ‘Drs. Nemes’ op liet aanbrengen. Verbonden aan het Bisschoppelijk College aan het Munsterplein was Jo Hansen enkele jaren voorzitter van de Roermondse jeugdbeweging Eucharistische Kruistocht (E.K.), die van 1935 tot 1970 bestaan heeft. In dit kader organiseerde hij tal van culturele reizen. Als folklorist lag het vieren van carnaval hem na aan het hart. Hij manifesteerde zich dan vaak als ‘professor A.A.J. Feep’. In Roermond bekleedde hij gedurende enige tijd de belangrijke functie van vórs van D’n Uul.
In 1966 werd aan hem de hoogste Limburgse carnavalsonderscheiding, de Orde van de Gulden Humor, uitgereikt. Andere onderscheidingen die hij tijdens zijn leven in ontvangst mocht nemen waren ridder in de Orde van Oranje Nassau en ridder in de Orde van Sint-Gregorius de Grote. Bovendien vielen hem de Benediktpreis der Stadt Mönchengladbach en de Erepenning van de Culturele Raad Limburg ten deel. Op initiatief van onder meer de vereniging Veldeke werd in 1987 de Stichting Jo Hansenprijs in het leven geroepen, een onderscheiding die om de drie jaar uitgereikt wordt aan een vereniging, instelling of persoon die zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van de Limburgse volkscultuur. In Roermond is een straat naar Jo Hansen genoemd en in het stadspark aan de Voogdijstraat is zijn in brons uitgevoerde beeltenis aanwezig.
Jo Hansen, die altijd vrijgezel gebleven is, overleed op 21 juni 1984 in het ziekenhuis te Sittard en werd begraven op de algemene begraafplaats Tussen de Bergen te Roermond. Tijdens zijn leven heeft Jo Hansen echter altijd te kennen gegeven in het graf van zijn ouders op het Oude Kerkhof bijgezet te willen worden. Omdat in de jaren tachtig van de vorige eeuw er lange tijd ongewisheid bestond over het voortbestaan van den Aje Kirkhaof, heeft Ben Janssen (†), bijgenaamd de Knoebel, destijds testamentair executeur, priester-leraar aan het Bisschoppelijk College Roermond, later deken te Sittard, gemeend zijn vriend Jo Hansen te ruste te moeten leggen op de algemene begraafplaats Tussen de Bergen. Nu er echter vanaf 2010 op het Oude Kerkhof weer begraven of bijgezet mag worden, zou het wellicht in de toekomst mogelijk moeten zijn alsnog recht te doen aan zijn wens om met zijn ouders herenigd te worden en overbrenging van zijn stoffelijke resten naar den Aje Kirkhaof te bewerkstelligen.
Ontleend aan John Vaessen, ‘Dood, maar niet vergeten’. Graven en grafkelders op ‘den Aje Kirkhaof’ in Roermond (Roermond 2019), m.m.v. drs. Karel Adams en mr. Henri Houben.