|
Geboren |
14 februari 1920 Hövel (D) |
|
Gedeporteerd |
|
|
Vermoord |
23 november 1942 Auschwitz |
|
Adres |
Thorbeckestraat 10, Roermond |
|
Familie |
Dochter van Leo Bock en Mathilde Silberberg |
Samen met haar ouders ontvluchtte Agathe Bock Duitsland op 6 november 1933. Zij vestigden zich in het Brabantse Oeffelt, waar de ouders aan de Kerkhoek 178 een winkel in manufacturen begonnen. Agathe hielp haar moeder in de winkel. In 1940 ging Agathe Bock als inwonend dienstmeisje werken bij de Joodse familie De Vries en hun drie kinderen aan de Willem de Zwijgerstraat 79 te Eindhoven. Vóór dit pand is ook een Stolperstein voor Agathe Bock geplaatst. Na één jaar keerde ze terug naar Oeffelt en kort daarna, op 20 april 1942, ging ze wonen in Roermond, eerst aan de Neerstraat 45 en vervolgens aan de Thorbeckestraat 10. Op dinsdag 10 en woensdag 11 november 1942 vond de tweede deportatie vanuit Limburg naar Westerbork plaats. Onder de gevangenen bevond zich ook de 22-jarige Agathe Bock. Negen dagen later werd ze in Auschwitz vermoord. In tegenstelling tot de familie De Vries overleefden Agathes ouders de oorlog niet. Zij werden op 3 september 1942 in Auschwitz vergast.
Links
Literatuur
- Hein van der Bruggen, ‘De ondergang van joods Roermond 1940-1945’, Spiegel van Roermond 14 (2006), p. 20-51
- Hein van der Bruggen, Aspecten van Joods Leven in Roermond en Midden-Limburg 1275-2018 (Hilversum 2021), p. 244, 276