Door John Vaessen

Komende vanuit oostelijke richting voert de nieuw aangelegde N280 ter hoogte van de Schipperswal onder het nieuw aangelegde viaduct, waar op de borstwering de naam François Stoltzenberg aangebracht is. Tezamen met de twee andere tot stand gekomen viaducten, genoemd naar de architect Pierre Cuypers en de schrijfster Marie Sloot, maakt deze onderdoorgang onderdeel uit van een in 2020 gereconstrueerde verdiepte ligging van deze voor Roermond belangrijke hoofdrijbaan voor doorgaand verkeer. Het viaduct is genoemd naar de compagnon van bouwmeester Pierre Cuypers, François Stoltzenberg, die in de periode tussen 1852 en 1860 nauw met hem samenwerkte.

François Stoltzenbergs ouders waren afkomstig uit het Duitse Wickrath, stadsdeel van Mönchengladbach, waar François in 1805 geboren werd. Vader Henri Stoltzenberg verhuisde met zijn gezin naar de Markstraat in Roermond, alwaar hij textielhandelaar werd. Om zijn kennis uit te breiden ging François Stoltzenberg, die werkzaam was in de zaak van zijn vader, stage lopen bij het veel grotere textielbedrijf van de gefortuneerde familie Receveur uit Venlo. Hier maakte hij kennis met dochter Henriëtte (Jet) Receveur, waarmee hij in 1837 in het huwelijk trad. Zeven jaar eerder maakte hij op 25-jarige leeftijd als klarinettist deel uit van het Philharmonisch Gezelschap, nu de Koninklijke Harmonie Roermond, dat in 1830 een opzienbarende overwinning op een concours in Brussel wist te behalen. Uiterlijk in 1852 (de oprichtingsdatum is niet bekend) begon hij een atelier voor goudborduurwerk en kerkelijk textiel. Mede door het feit dat in 1853 het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie plaatsvond en mgr. Paredis bisschop werd, namen de opdrachten voor goudborduurwerk voor onder meer kazuifels en het vervaardigen van kerkmeubels enorm toe.

Firma Cuypers & Stoltzenberg

Zakelijk en financieel was François Stoltzenberg erg succesvol. In 1852 werd, los van zijn eigen firma, de nieuwe firma Cuypers & Stoltzenberg, Ateliers voor Christelijke Beeldhouwkunst, Kerkschilderingen en Kerkmeubelen opgericht. Aan de Kapellerpoort kocht hij een stuk grond en daarop liet hij een dubbel woonhuis met twee werkplaatsen bouwen, het latere Cuypershuis. Hijzelf bleef wonen in zijn huis met atelier aan de Marktstraat, terwijl zijn compagnon Pierre Cuypers het pand aan de Kapellerpoort betrok. Het ging de nieuwe firma met ruim 80 werknemers voor de wind tot rond 1860 de beide compagnons langzaam uit elkaar groeiden en er een vennootschap opgericht werd, waarbij Cuypers en Stoltzenberg ieder voor de helft eigenaren van het pand aan de Kapellerpoort (Andersonweg 10) werden. In 1865 vestigde Pierre Cuypers zich met zijn gezin in Amsterdam en kwam de leiding van het bedrijf meer in handen van François Stoltzenberg. Inmiddels waren er uit de verbintenis tussen François en Henriëtte vijf kinderen geboren onder wie Frans Stoltzenberg jr. (1838-1909), die na het overlijden van zijn vader François in 1875 de leiding over de vennootschap zou krijgen.
In zijn privéleven heeft François Stoltzenberg sr. echter met veel tegenslagen te maken gehad. Het gezin Stoltzenberg-Receveur kreeg negen kinderen, waarvan er vier kort na de geboorte zouden overlijden. Op 28 maart 1852 overleed bovendien de schoonmoeder van François, die bij het gezin inwoonde. Op die zelfde dag beviel zijn echtgenote Henriëtte van een dochtertje. Nog geen week later overleed zij aan complicaties bij deze bevalling en weer een week later stierf hun pasgeboren dochtertje. Het is niet uit te sluiten dat de toen heersende cholerapandemie mede debet aan hun overlijden geweest is.

‘Stoltzenbergkapel’

78 kapel stoltzenberg.jpgIn 1857 vroeg François Stoltzenberg sr., evenals zijn compagnon Pierre Cuypers, toestemming aan de gemeente Roermond om een familiegraf te mogen realiseren op de begraafplaats Nabij Kapel in ’t Zand, nu Het Oude Kerkhof. Het zou een zeshoekige neogotische grafkapel worden met een eronder aanwezige crypte, ontworpen door zijn bedrijfsvennoot Pierre Cuypers. Tot op heden zijn, inclusief François Stoltzenberg sr., twaalf familieleden in de grafkelder bijgezet, onder wie zoon Frans Stoltzenberg jr., die als opvolger in het bedrijf van zijn vader zijn blikken richtte op nieuwe afzetgebieden in de Verenigde Staten. Met zijn zoon Joseph en later zijn andere zoon Eduard zette hij in New York een soortgelijk bedrijf op als in Roermond. Alle drie zouden ze in Amerika overlijden; de beide zonen hebben er hun laatste rustplaats. Echtgenote en moeder Lotje Alberdingk Thijm, een nicht van Pierre Cuypers’ vrouw Antoinette (Nenny), Alberdingk Thijm is evenals haar echtgenoot Frans in de ‘Stoltzenbergkapel’ bijgezet, zo ook aanverwante leden van de familie Bolsius. In de koepel van de kapel is een Latijnse tekst aangebracht die vrij vertaald luidt: ‘Ach mijne vrienden, heb medelijden met mij, want de hand van God heeft mij hard geslagen’. De in opdracht van François Stoltzenberg sr. aangebrachte klaagzang zal ongetwijfeld te maken hebben gehad met de treurige familieomstandigheden tijdens zijn leven.

Randornament.jpg

Ontleend aan John Vaessen, ‘Dood, maar niet vergeten’. Graven en grafkelders op ‘den Aje Kirkhaof’ in Roermond (Roermond 2019) en Léon Gilissen, ‘Het rouwbeklag van François Stoltzenberg. Een familieverkenning vanuit de grafkapel, Spiegel van Roermond, 2019.