Door John Vaessen

Zoals bekend werd de herinrichting van de belangrijke oost-westverbinding in Roermond in 2020 een feit. Ter hoogte van de Schipperswal en de Wilhelminasingel is de N280 verdiept aangelegd waardoor er drie nieuwe viaducten ontstonden die genoemd werden naar bekende Roermondenaren: architect Pierre Cuypers (1827-1921), schrijfster Marie Sloot (1853-1927) en goudborduurder François Stoltzenberg (1805-1875). De gemeente Roermond willigde het verzoek van de Roermondse Vrouwenraad in om een van de viaducten te noemen naar een vrouwelijke kunstenaar, waarbij de keuze viel op de destijds in Roermond wonende schrijfster Marie Sloot. In tegenstelling tot de alom bekende Pierre Cuypers in de vorige aflevering verdient zij het echter nader geïntroduceerd te worden.

Nederlands-Indië

24 Gezin Sloot-VanHaastert bewerkt.jpgNicolina Maria (Marie) Sloot werd in 1853 geboren in Semarang (Java). Haar vader, de in Oldenzaal geboren Carel Sloot, in 1850 getrouwd met Louise (Wiesje) van Haastert, was er onderwijzer. Samen met haar jongere zus Christina en broer Nico bracht Marie Sloot in Nederlands-Indië haar jeugd door tot ze op achttienjarige leeftijd in 1871 met haar familie naar Den Haag verhuisde. Vader Sloot kreeg vervolgens een onderwijzersbaan aangeboden in Roermond en vestigde zich met zijn gezin uiteindelijk aan het Stationsplein, hoek Kruisherenstraat. Moeder Wiesje kon heel slecht wennen aan de nieuwe klimatologische omstandigheden (op vader Carel Sloot na kende niemand van het gezin Nederland) en overleed in 1873 aan de gevolgen van longontsteking. Moeder Sloot was degene die haar kinderen niet enkel les gaf in de vakken van de lagere school, maar ook in de Franse, Duitse en Engelse taal. Het schrijverssucces van haar dochter Marie, publicerend onder het pseudoniem Melati van Java, genoemd naar een op Java groeiende witte, geurende bloem, heeft zij niet meer mogen meemaken. Het graf van Louise Sloot-van Haastert op het Oude Kerkhof in Roermond is nog in redelijke staat aanwezig.

24 Graf Wiesje van Sloot-Van Haastert (links).jpg

De jonkvrouw van Groenerode

In 1874 was Marie Sloot, nog maar 21 jaar oud, al een zeer bekend en succesvol schrijfster, zij het niet onder haar eigen naam. In haar Roermondse tijd heeft ze veel geschreven, onder meer haar eerste autobiografische roman onder de titel De jonkvrouw van Groenerode. De stad Groenendam die zij in deze roman beschrijft toont veel gelijkenis met de omstandigheden zoals die destijds in Roermond van toepassing waren én de jaren die zij in Indië heeft doorgebracht. Onder het pseudoniem Melati van Java zou zij tijdens haar leven bijna vijftig maal publiceren. Onder het grote publiek zou haar werk zeer populair worden.

Amsterdam

Na ruim vijf jaar in Roermond gewoond te hebben vertrok ze in 1877 naar Amsterdam, alwaar haar oeuvre met tientallen boeken uitgebreid zou worden. De overtuigd katholieke Marie Sloot publiceerde in diverse katholieke tijdschriften en was een van de meest gepubliceerde schrijfsters in de negentiende eeuw. In haar romans nam zij het op voor de positie van de vrouw, met name voor Indische vrouwen en meisjes. Ze werd, uniek voor die tijd, als een feministische dochter van Indië beschouwd. Naast haar loopbaan als schrijfster was zij actief in de vrouwenbeweging en was onder meer mede oprichter van de Katholieke Vrouwenbond en het Lydiahuis in Amsterdam. In 1893 werd haar het lidmaatschap van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde aangeboden.
Begin twintigste eeuw nam haar populariteit in schrijverskringen af. Men was niet meer zo gecharmeerd van haar werk omdat het, tot haar ergernis, te romantisch, oppervlakkig en gedateerd gevonden werd. Als reactie hierop zou zij in de komende jaren vijf geruchtmakende romans publiceren, niet onder haar eigen naam, maar onder het pseudoniem Max van Ravestein. De identiteit van de auteur bleef lang onbekend totdat de schrijver Anton van Duinkerken in 1954, 37 jaar ná haar overlijden, het geheim van Max van Ravestein bekend maakte.
Het was Marie Sloots grootste wens ooit nog eens haar geliefde Indië te bezoeken. Ze bleef ongehuwd, maar woonde vanaf haar komst naar Amsterdam samen met haar nicht en levensgezellin Lina Schefler. Tijdens een vakantie in Noordwijk aan Zee in 1927overleed ze onverwacht in een hotel, 74 jaar oud, aan hartfalen. Haar laatste rustplaats is te vinden op begraafplaats De Liefde aan de Bilderdijkstraat in Amsterdam.

In de slotaflevering van deze reeks over nieuwe N280-viaducten meer over François Stoltzenberg, compagnon van Pierre Cuypers.

Ontleend aan John Vaessen, ‘Dood, maar niet vergeten’. Graven en grafkelders op ‘den Aje Kirkhaof’ in Roermond en Yvonne de Vries, ‘Melati van Java, alias Nicolina Maria Sloot (1853-1927)’, in: Spiegel van Roermond 1993