Door John Vaessen

Dokter Ödön Bánki werd in 1903 te Győr (Hongarije) geboren als zoon van Zoltán Bánki (1873-1934), gynaecoloog en directeur van een vroedvrouwenschool aldaar, en Olga Árpási (1883-1944). Door zijn publicaties over gynaecologische onderwerpen was Zoltán Bánki ook in Nederland bekend. Het echtpaar had veel belangstelling voor kunst en samen met hun twee kinderen Ödön en Zsuzsuanna (1912-1944) maakten ze zowel vóór als na de Eerste Wereldoorlog vele culturele reizen.

Opleiding en loopbaan

Op 17-jarige leeftijd deed Ödön Bánki eindexamen aan het gymnasium te Győr. Gedurende zijn schooljaren had hij al opvallend veel interesse voor literatuur, kunst en hsitorische onderwerpen. Vanaf 1920 studeerde hij in Würzburg en München geneeskunde. In december 1925 behaalde hij zijn artsendiploma en in 1927 promoveerde hij te München. Naar aanleiding van verscheidene aandachttrekkende publicaties in Duitsland werd hij door prof. M.W. Woerdeman (1892-1990) uitgenodigd om te komen werken in het Anatomisch Laboratorium van de Rijksuniversiteit Groningen. Behalve wetenschappelijke arbeid had hij hier ook een uitgebreide onderwijstaak. Naast deze werkzaamheden maakte hij kennis met andere medische studenten en werd hij lid van het Groninger studentencorps, waardoor hij zich erg thuis ging voelen in de Nederlandse samenleving. In 1931 werd hij overgeplaatst naar Utrecht om zijn kennis van de microscopische anatomie, de anatomie van het bewegingsapparaat en het zenuwstelsel uit te breiden. In 1940 behaalde Ödön Bánki het Nederlandse artsendiploma. In datzelfde jaar werd hij genaturaliseerd tot Nederlander. Het uitbreken van de oorlog op 10 mei 1940 maakte hij als vrijwilliger-officier van gezondheid mee; hij was betrokken bij de afvoer van zieken en gewonden achter de Grebbelinie. Op 16 april 1944 ging dokter Bánki, die goed Nederlands met een Duits accent sprak, als ‘zenuwarts’ aan de slag in het Laurentiusziekenhuis in Roermond. In 1945, kort na de bevrijding van Roermond, maakte hij deel uit van een commissie die werd opgericht teneinde onder meer de voedselvoorziening, huisvesting en verlichting in de zwaar getroffen stad op gang te krijgen. Na de Hongaarse opstand in 1956 werden tientallen Hongaarse vluchtelingen door toedoen van dokter Bánki in het Laurentiusziekenhuis opgenomen. In 1959 was hij korte tijd als biologieleraar verbonden aan de plaatselijke Rijks HBS.

Oost-Berlijn

Op zondag 13 september 1959 vertrok dokter Bánki in gezelschap van zijn secretaresse mejuffrouw Miep Heynen – die als taak had zijn presentaties te notuleren – naar een medisch congres in Keulen. Na afloop van deze bijeenkomst werd er van het tweetal gedurende enige tijd niets meer vernomen. Aan de garagehouder in Tegelen waar Bánki, omdat zijn eigen auto aldaar in reparatie was, een auto gehuurd had om naar Keulen te reizen, liet hij vanaf een onbekende bestemming telefonisch weten dat hij op donderdag 24 september zijn eigen auto zou komen ophalen. In een telegram aan de garagehouder meldde hij vervolgens dat hij een paar dagen later zou komen. In een daaropvolgend telegram bestemd voor de garagehouder werd meegedeeld dat de door Bánki gehuurde auto opgehaald kon worden bij het Polizeipräsidium in Oost-Berlijn. In een brief aan zijn echtgenote liet Bánki intussen weten dat hij bij het binnenrijden van Oost-Berlijn door de Volkspolizei staande was gehouden, in zijn borst geschoten was en vervolgens opgenomen was in een ziekenhuis te Fürstenwalde nabij Oost-Berlijn. Zijn secretaresse zou ongedeerd zijn gebleven. Na telefonisch contact van zijn vrouw met dit ziekenhuis bleek men echter de arts en zijn secretaresse niet te kennen. Voor mevrouw Bánki was één en ander aanleiding onmiddellijk naar Oost-Berlijn af te reizen om in gezelschap van een bevriende collega van dokter Bánki, de uit Maastricht afkomstige arts-psychiater Pierre Mesker, haar man op te sporen.

In de volgende blog is het vervolg van deze geruchtmakende zaak en de verdere levensloop van dokter Ödön Bánki te lezen.

ex libris dokter Banki
Ex libris. Het logo Vindicat atque Polit verwijst naar zijn lidmaatschap van de gelijknamige Groningse studentenvereniging. De aesculaap symboliseert genezing en medicijnen. Het skelet verwijst naar het vak van de anatomie waar hij in opgeleid werd, in 1927 promoveerde en aan de universiteiten van Groningen en Utrecht doceerde. In de kom de axolotl, die het onderwerp van zijn dissertatie was. Begin twintigste eeuw stond de axolotl centraal bij het begrijpen van hoe organen en weefsels bij gewervelde dieren zich ontwikkelen. Het eitje bijvoorbeeld is ongeveer dertig keer groter dan de eicel van de mens, ideaal om de ontwikkeling van organen en weefsels in een embryo van een gewerveld dier te bestuderen. De Stefanuskroon is de koningskroon van het koninkrijk Hongarije. Pannonicus betekent: afkomstig uit de Romeinse provincie Pannonia, waarvan zijn geboorteplaats Győr in West-Hongarije deel uitmaakte. Bánki Ödön is op Hongaarse wijze geschreven: de achternaam als eerste.

Bronnen: G.A. Lindeboom, ‘In memoriam Dr. Ödön Bánki (1903-1978)’, Tijdschrift voor de geschiedenis der Geneeskunde, Natuurwetenschappen, Wiskunde en Techniek 1-3 (1978), p. 148-150; G.C.P. Linssen (red.), Tot Heil der Zieken. Bijdragen over de ontwikkeling in de ziekenzorg te Roermond ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van het Sint-Laurentiusziekenhuis (Roermond 1981); www.delpher.nl. Foto: Mathieu Koch.