Elektrische stroom was er al een tijdje niet meer. Het sein ‘luchtalarm’ kon niet meer worden gegeven. De bommen die eigenlijk bedoeld waren voor het stationsemplacement vielen op de Willem II Singel en de Godsweerdersingel. Het station werd totaal niet geraakt. J. Franssens bevond zich in het ziekenhuis en sloeg de aanval gade: ‘Het station ligt gevaarlijk dichtbij. Het is fris en helder weer, ideaal voor bombardementen in duikvlucht. Afweergeschut begint te blaffen. De vliegtuigen gaan hoogte winnen. De één na de ander duiken recht over de stad in de richting van het station, schietend met alle boordwapens. Net voor en boven het ziekenhuis trekken de piloten hun toestellen weer op. Er klinken enige hevige klappen, donderslagen, alles davert.  Dikke stofwolken kolken tegen de zonnige blauwe lucht.’

Art 07 Luchtfoto station.jpg

Bij Janssen-Dijcks op de Willem II Singel werd het magazijn en een deel van het woonhuis vernield. Verderop op de Godsweerdersingel viel een bom op het woonhuis van de familie Ament. De singel lag vol met glas en puin. Een geweldige ravage. Toen de inwoners uit de kelders kwamen stond tegen de gevel van Ament een ladder. Men haalde een dood jongetje uit de bovenverdieping. Moeder Ament, twee dochters en een zoontje en de dienstmeid waren onder het puin bedolven. In totaal waren er acht doden te betreuren. De stemming in de stad was bedrukt. Bij de aanval waren ook een aantal gewonden gevallen. Aan alles was een tekort, zo ook aan bloed. Mensen meldden zich spontaan bij het ziekenhuis als donor.

De bruggen over de Maas bij Roermond, Buggenum en Venlo waren voor de Duitsers belangrijke verkeersaders. Het Geallieerde opperbevel gaf opdracht om de bruggen te vernietigen. Op 13 oktober was het mooi weer en om kwart over elf verschenen enkele vliegtuigen, laag vliegend, boven Roermond. Deze vliegtuigen hadden de Maasbrug als doel. Het luchtafweergeschut vuurde terwijl de vliegtuigen hun duikvluchten uitvoerden. De opdracht slaagde slechts gedeeltelijk, één overspanning van de brug was vernield. Drie Duitse soldaten sneuvelden op de brug. Er was weer veel glasschade. Jo Minten schreef in zijn dagboek: ‘De Maasbrug is naar de “klitzen”.’
De bombardementen volgden elkaar nu snel op. Op 15 oktober voerden de Geallieerde vliegtuigen een bombardement uit op het luchtafweergeschut bij het viaduct over de Venloseweg. Het luchtafweergeschut werd vernield. Ook de spoorbrug van Buggenum werd gebombardeerd. De Duitsers hadden de rails van de brug gehaald en de brug zo toegankelijk gemaakt voor voertuigen. De Geallieerden bombardeerden daarop op 16 oktober deze spoorbrug.

De Geallieerden zagen dat de Maasbrug weer in gebruik was. Op 28 oktober kwamen ze opnieuw terug om de brug ditmaal grondig te vernielen. Het bombardement was hevig. De Maasbrug was een belangrijke verbinding voor de Duitsers. Voor de stad Roermond was het een groot geluk dat de aanvliegroute Noordoost-Zuidwest was. De bommen die naast de brug vielen kwamen voor een groot gedeelte in de stadswei en de weilanden langs de Maas terecht. Als de aanvliegroute over de stad had gelegen zou het aantal slachtoffers veel groter zijn geweest.
De vernieling van de Maasbrug werd vermeld in een Engels tijdschrift: ‘De Royal Air Force vernietigt de grote brug waarover de Duitse terugtocht plaatsvindt.’

Helaas waren er nu ook weer dodelijke slachtoffers te betreuren. Ondanks de vernietigde Maasbrug was Roermond nog niet veilig voor bombardementen.