Door John Vaessen

Vermoedelijk, zo deelde de Roermondse politie destijds mee, is dokter Bánki tijdens het congres in Keulen in contact gekomen met collega-artsen uit West-Berlijn en is hij met hen na afloop van het congres met zijn gehuurde auto meegereisd naar West-Berlijn om er op hun uitnodiging een nieuw revalidatiecentrum te bezoeken. De reden waarom noch familieleden, noch autoriteiten erg mededeelzaam waren over deze kwestie was dat zij vreesden dat de Oost-Duitsers Ödön Bánki na zijn genezing gevangen zouden houden. De arts was namelijk voorzitter van de Stichting Hongaarse Federatie, een organisatie die bij de leiders achter het IJzeren Gordijn niet gewenst was. Bovendien betrof het hier een gespecialiseerd medicus waaraan in de rode satellietstaten destijds grote behoefte was.
Er kleefden nogal wat vraagtekens aan het verhaal en er ontstond een waas van geheimzinnigheid omtrent de verdwijning van de Roermondse neuroloog. Nadat de garagehouder eerst tevergeefs schriftelijk contact met de Oost-Duitse politie had gezocht, nam hij telefonisch contact op. Daarbij werd door de Oost-Duitse autoriteiten meegedeeld dat telefonisch geen informatie verstrekt zou worden. Toen, anders dan beloofd, ook per brief geen informatie verstrekt werd, besloot de garagist met een collega op 4 oktober per auto naar Oost-Berlijn te rijden om de zo goed als nieuwe huurauto aldaar op te halen. Door de Oost-Duitse instanties werd hen in Oost-Berlijn alle medewerking toegezegd en na het invullen van de benodigde papieren konden de garagehouders met hun twee auto’s terugkeren naar Limburg.

Terug naar Roermond

Het Oost-Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken liet later weten dat dokter Bánki en zijn secretaresse zich inderdaad in Oost-Duitsland bevonden en dat er, zolang er onderzoek verricht werd, geen mededelingen verstrekt zouden worden. Na aankomst van mevrouw Bánki en dokter Mesker in West-Berlijn werd er via de Nederlandse vertegenwoordiging verbinding gelegd met de Oost-Duitse autoriteiten, waar begrip getoond werd voor de ontstane situatie en de reis naar het ziekenhuis in Fürstenwalde voortgezet kon worden.
Ondanks de eerdere ontkenning bleek de Roermondse neuroloog er wel degelijk te vertoeven. Bánki was zeer verheugd zijn echtgenote en collega te zien. Volgens zijn eigen zeggen was hij in enigszins overspannen toestand in Oost-Berlijn terechtgekomen, maar was hij blij zich weer met zijn echtgenote te kunnen verenigen en zag hij af van zijn eerdere voornemen in Oost-Duitsland te blijven. De uitreispapieren werden door de Oost-Berlijnse autoriteiten zonder problemen verstrekt en op dinsdag 6 oktober vloog het echtpaar Bánki via de luchthavens Tempelhof en Düsseldorf terug naar Roermond. Secretaresse Miep Heynen keerde later op de dag terug in gezelschap van dokter Mesker. Mede gezien de destijds gespannen politieke verhouding tussen het Westen enerzijds en de Russische satellietlanden anderzijds werd de verdwijning van dokter Bánki en zijn secretaresse destijds op de voet gevolgd en breed uitgemeten in de regionale en landelijke pers.

Universiteit

Tot 31 december 1959 zou dokter Bánki nog aan het Roermondse ziekenhuis verbonden blijven. Na vervolgens nog enige jaren een praktijk te hebben gehad in Den Haag en werkzaam geweest te zijn bij een psychiatrische instelling te Beilen werd hij in 1965 aangesteld bij de gemeentelijke sociaal-psychiatrische dienst in Haarlem. Vervolgens verhuisde hij naar Maastricht om betrokken te worden bij de inrichting van de psychiatrische afdeling van de nieuwe universiteit. Daarnaast had hij een bloeiende psychiatrische privépraktijk. Het laatste half jaar van zijn leven was hij ook medewerker bij het Psychiatrisch Streekcentrum te Heerlen.

Ödön Bánki overleed onverwacht – 74 jaar oud – op 9 februari 1978 in zijn woning te Itteren bij Maastricht. Zijn laatste rustplaats bevindt zich aldaar op de begraafplaats naast de kerk. De grafsteen is ontworpen door zijn vriend, de Roermondse kunstenaar Tom Franssen. Bánki liet een vrouw en acht kinderen achter.

Bronnen: G.A. Lindeboom, ‘In memoriam Dr. Ödön Bánki (1903-1978)’, Tijdschrift voor de geschiedenis der Geneeskunde, Natuurwetenschappen, Wiskunde en Techniek 1-3 (1978), p. 148-150; G.C.P. Linssen (red.), Tot Heil der Zieken. Bijdragen over de ontwikkeling in de ziekenzorg te Roermond ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van het Sint-Laurentiusziekenhuis (Roermond 1981); www.delpher.nl. Foto: Frans Storms.