Naarmate het front in september 1944 dichterbij kwam hadden de Duitsers mijnenvelden aangelegd op strategische posities. Paul Menkel was belast met de aanvoer van mijnen en schreef hierover in 1986: ‘Ik was 38 jaar toen ik in de lente van 1944 in dienst moest. Ik werd belast met de aanvoer van mijnen naar het front. In november 1944 kwam ik in Boukoul terecht. Ik kreeg een wagen met twee paarden. Met twee man moesten we de mijnen vervoeren naar de overkant van de Maas. Er werd alleen ‘s nachts gewerkt. Per keer werden er 150 mijnen vervoerd. De mijnenlegploegen moesten al vooruitgaan en helpen met afladen. Bij terugkomst in Boukoul was het steeds feest. De paarden kregen haver en werden uitgespannen. We gingen zelf slapen en waren overdag vrij.’
Op 16 juli 1945 maakte de Maas- en Roerbode in een artikel melding van de valstrikmijnen in Roermond: ‘De ruimers moesten de gebouwen in Roermond links en rechts mijnenvrij maken. Roermond was ‘booby-trapped’ als geen tweede stad in deze oorlog, behalve misschien Knokke in België.’
De listige valstrikken werden soms onder mijnen bevestigd, in toiletpotten aangebracht, met waterpompen verbonden, aan deurklinken bevestigd, in keukenkastjes geplaatst, onder bedden geplaatst en zelfs aan stoffelijke overschotten verbonden. Zo lag er in maart 1945 in De Weerd een gesneuvelde Duitser met naast zich een fiets. Aan deze fiets waren een aantal valstrikmijnen verbonden. Bij het oppakken van de fiets of het bergen van het stoffelijk overschot zouden de mijnen afgaan. In dit geval was dit onderkend en stonden er waarschuwingsborden bij het stoffelijk overschot. Het gebeurde vaak dat een mijnenruimer verongelukte door een valstrikmijn. Vanaf begin maart waren Nederlandse mijnenruimers bezig in de stad om de straten en de doorgaande wegen te zuiveren van landmijnen en valstrikmijnen, die verbonden waren aan wegversperringen. Dit was geen eenvoudige klus. In veel huizen waren valstrikmijnen verstopt. Volgens het Duitse legrapport waren onder andere in Roericht valstrikken gelegd:
- Nr 18, de achterdeur was voorzien van 200 gram explosieven
- Nr 20, de kamerdeur, de kelderdeur en de schuifdeur waren voorzien van 200 gram explosieven elk
- Nr 22, de kastdeur in de woonkamer, de kamerdeur en de deur naar de tuin, elk voorzien van 200 gram explosieven.
Het bleef uiterst gevaarlijk werk. Bij het ruimen van een woning aan de Bisschop Boermanstraat ging het mis. Soldaat Karel raakte de deurklink van de woning aan en meteen ging een explosief af. Karel werd zwaargewond afgevoerd maar overleefde gelukkig de explosie.
Door Eric Munnicks