Geboren |
7 februari 1920 Roermond |
Gedeporteerd |
|
Vermoord |
31 augustus 1944 Midden-Europa |
Adres |
Frans Douvenstraat 11, Roermond |
Familie |
Zoon van Alexander Goedhart en Caroline Gottschalk, broer van Jacques Goedhart, neef (oomzegger) van Sylvain Goedhart en zijn vrouw Rosa Hanau, neef van hun dochter Joanna Ivonne Goedhart |
Samen met zijn oudere broer Jacques werd Max Goedhart bij de tweede Roermondse deportatie op transport gesteld. In de periode tussen 29 augustus en 10 december 1942 werden achttien deportatietreinen met Nederlandse Joden uit het Durchgangslager Westerbork, die op weg waren naar Auschwitz-Birkenau, tot stilstand gebracht in de plaats Cosel. Ongeveer 3500 voor arbeid geschikte Joodse mannen en jongens tussen de 18 en 50 jaar, onder wie de 27-jarige Jacques Goedhart, werden door de Duitsers uit de treinen gehaald om te werk gesteld te worden in dwangarbeiderskampen in de regio. Max Goedhart is in augustus 1944 nog gezien in Gräditz, nu Grodziszcze (PL), het werkkamp waar ook zijn broer Jacques te werk was gesteld. Op het graf van zijn ouders op het Oude Kerkhof wordt de naam van Max vermeld op een gedenksteen.
Alexander Goedhart zocht na de oorlog via een advertentie informatie over zijn twee zonen en zijn in Valkenburg woonachtige zwager Sally Gottschalk. Ze waren alle drie vermoord.
Links
Literatuur
- Hein van der Bruggen, ‘De ondergang van joods Roermond 1940-1945’, Spiegel van Roermond 14 (2006), p. 20-51
- Herman van Rens, Vervolgd in Limburg. Joden en Sinti in Nederlands-Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maaslandse Monografieën 76 (Hilversum 2013), p. 141-147
- Herman van Rens en Annelies Wilms, Tussenstation Cosel. Joodse mannen uit West-Europa naar dwangarbeiderskampen in Silezië. Maaslandse Monografieën 84 (Hilversum 2020)
- Hein van der Bruggen, Aspecten van Joods Leven in Roermond en Midden-Limburg 1275-2018 (Hilversum 2021), p. 244-245, 254, 276