Uit de observaties van het vliegtuig bleek dat er veel Duitse voertuigen de stad verlieten in de richting van Elmpt en Brüggen. Zuidelijk van Roermond werden er intussen voorbereidingen getroffen om de stad binnen te trekken.

Tijdens de avonduren van 28 februari werd een patrouille van het 15 Cavalry Reconnaissance Squadron richting Roermond gestuurd om de stad te verkennen. Vincent Von Hencke moest zich op 28 februari melden in de kelder van de vernielde sodafabriek. Von Hencke rapporteerde: ‘In de kelder van een vernielde fabriek bij Merum had ik een briefing met mannen van kapitein Hamsley wiens “Troep B” later die nacht naar de rand van de Roer zou oprukken.’
De vraag was: waren er nog Duitsers aanwezig in Roermond? De Amerikaanse soldaten bereikten rond middernacht de Roeroever. Sergeant Vincent von Henke maakte deel uit van deze patrouille. In de vroege ochtenduren van 1 maart 1945 gleed hij over de brokstukken van de brug naar de andere oever. Von Henke vertelde: ‘Ik gleed naar beneden over de glibberige brokstukken van de opgeblazen  brug op de Maastrichterweg. Ik werkte mij omhoog naar de andere oever. Ik was in Roermond. Korte tijd later arriveerden Amerikaanse infanteristen in een rubberboot aan de Roermondse oever. We liepen Roermond binnen. Op een plein was een gebouw met op de deur een groot geschilderd rood kruis. Binnen troffen we vrouwen en kinderen aan. Ze waren bang en hadden het erg koud. Ik vroeg in het Duits of er nog Duitse soldaten in Roermond waren. Het duurde een tijdje voordat ze beseften dat ik een Amerikaanse soldaat was en geen Duitser.’

De Amerikaanse major Hudson liep ook de stad in: ‘Ik ging zelf al met majoor Wheelock en enkele anderen in de vroege ochtend over de vernielde Roerbrug naar Roermond. We liepen het centrum binnen. Geen Duitser te zien. Van burgers hoorden we dat de Duitsers zich hadden teruggetrokken.’

Art 24 Roerkade met mensen.jpg

De bevrijding van Roermond was ingezet. De groep Amerikanen trof een verlaten stad aan. De eerste burgers gaven aan dat de Duitsers de stad de avond ervoor verlaten hadden.
Pastoor Vermeulen schreef in zijn dagboek: ‘1 Maart, een dag die Roermond nooit vergeet, toen werd Roermond eindelijk, eindelijk bevrijd. De nacht was stil en rustig geweest, ongekend stil, zonder granaatvuur. ’s Morgens liep ik even de tuin in. Daar in de vroege morgenstilte, hoorde ik plotseling gejuich van mensen. Dat geluid kende Roermond niet meer! Ik vroeg me af of ik droomde, maar weer hoorde ik duidelijk met eigen oren het gejuich. Hoera, Hoera, Hoera! Meteen stoven vier jonge mannen ons huis binnen met baarden en bleke onverzorgde gezichten, de laatste zeven weken zaten zij ondergedoken in een droge waterput. De stemming was er meteen in. Oranje en de driekleur werden voor de dag gehaald, één kroop achter de piano, het Wilhelmus werd fier en vrij gezongen, alles danste en juichte. De mensen waagden zich voorzichtig op straat. Plotseling weer angst, daar gaan vier soldaten...... Het waren Amerikanen!’

In de loop van de ochtend vertoonden er zich meer Amerikaanse militairen in het centrum van Roermond. In de middag van 1 maart was van de Maasfrontlijn niets meer over.

Roermond werd zonder strijd bevrijd maar de verwoestingen waren aanzienlijk.

Art 24 Opruimen puin.jpg