Geboren

16 september 1931 Essen (D)

Gedeporteerd

  • 9 april 1943 naar Vught
  • 8 mei 1943 van Vught naar Westerbork
  • 20 januari 1944 van Westerbork naar Theresienstadt
  • 23 oktober 1944 van Theresienstadt naar Auschwitz

Vermoord

26 oktober 1944 Auschwitz

Adres

Dr. Leursstraat 8, Roermond

Familie

Zoon van Leo Baer en Flora Salomon, broer van Ruben Sally Hendrik Baer

Rolf Helmut Baer en zijn vader Leo Baer werden in april 1943 opgeroepen zich te melden en vervolgens op transport gesteld naar Westerbork. Van daar uit werd hij met zijn vader naar Auschwitz gedeporteerd, waar ze op 26 oktober 1944 werden vergast.
Zijn moeder Flora Baer-Salomon (*Ottweiler (D) 1905) verbleef ten tijde van hun deportatie voor de bevalling van haar tweede kindje in het Laurentiusziekenhuis in Roermond, alwaar enkele dagen na de geboorte haar zoontje Ruben Sally Hendrik op 13 april 1943 is overleden. Met medewerking van het ziekenhuispersoneel heeft zij vervolgens kunnen onderduiken bij de familie Rosendaal op het adres Polstraat 3 in Wessem. Zo kon zij ontsnappen aan de derde Roermondse deportatie naar Westerbork, die vrijwel samenviel met haar verblijf in het ziekenhuis. Door verraad werd zij echter ruim een jaar later alsnog op haar onderduikadres opgepakt. Op 8 augustus 1944 rond 11.00 uur pleegde de Duitse Sicherheitsdienst een overval op de woning in Wessem. Er werd op de voordeur gebonkt, waarna mevrouw Rosendaal de deur opende en zag dat het huis omsingeld was door Duitse militairen met geweren en mitrailleurs in de aanslag. Bij de overval was ook een NSB’er uit Roermond betrokken, genaamd Gerrit Holla, die met geweld via de achterdeur was binnengekomen en tierend met getrokken pistool in de hand door de woning liep. In de keuken waren onder meer moeder Rosendaal, haar dochtertje Ria en Flora Baer-Salomon aanwezig. Op brute wijze en onder bedreiging met het pistool werd mevrouw Rosendaal vervolgens door Holla en een Duitse officier verhoord. Tijdens dit indringend verhoor bleef zij ontkennen dat er nog meer Joodse onderduikers in het pand gehuisvest waren. Flora Baer-Salomon is op 17 augustus 1944, samen met het Roermondse echtpaar Herz-Löb dat eveneens op dit onderduikadres verbleef, gearresteerd. Vervolgens is zij naar Westerbork overgebracht en op 4 september 1944 op transport gesteld naar Theresienstadt.  Zij overleefde echter de geleden ontberingen en keerde na de bevrijding broodmager terug naar haar ‘Mietchen’, zoals ze mevrouw Rosendaal noemde. Op haar voormalige onderduikadres werd zij door het gezin Rosendaal liefdevol opgevangen en verzorgd. Regelmatig bezochten Flora Salomon, moeder Rosendaal en haar dochtertje Ria in deze periode het grafje van Flora’s zoontje Ruben op de joodse begraafplaats in Roermond. Na haar herstel emigreerde zij naar de Verenigde Staten. In New York hertrouwde zij op 11 december 1948 de uit Ansbach in Beieren afkomstige Siegfried Schild, een later succesvol slager en eigenaar van een exclusieve delicatessenzaak in de wijk Washington Heights (Upper Manhattan). In deze wijk vestigden zich vele gevluchte joden uit Europa, zo ook haar zwager Max Baer, zijn vrouw Martha en hun kinderen Henry, Werner en Ruth, die begin veertiger jaren naar de Verenigde Staten gevlucht waren. Flora Salomon overleed in maart 1987, 82 jaar oud.

 Flora Baer-Salomon
Flora Baer-Salomon (1905-1987)Foto: collectie Sijben-Rosendaal.
Stolperstein voor Flora Baer-Salomon
Stolperstein vóór Tenschstrasse 25 in Ottweiler (D), het woonhuis van Flora Salomon vóór de oorlog.
Baer, Leo 4 Flora Baer-Salomon (overleeft) huwelijk New York.jpg
Huwelijksaankondiging van Siegfried Schild en Flora Baer-Salomon na haar emigratie naar de Verenigde Staten.
Baer, Leo 5 4 Grafsteentje Ruben.jpg
Graf van Ruben Baer op de nieuwe Joodse begraafplaats van het Oude Kerkhof.

LINKS

Literatuur

  • Hein van der Bruggen, ‘De ondergang van joods Roermond 1940-1945’, Spiegel van Roermond 14 (2006), p. 20-51
  • Herman van Rens, Vervolgd in Limburg. Joden en Sinti in Nederlands-Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maaslandse Monografieën 76 (Hilversum 2013), p. 197, 267
  • John Vaessen, ‘Dood, maar niet vergeten’. Graven en grafkelders op ‘den Aje Kirkhaof’ te Roermond (Roermond 2019), p. 341-342
  • Hein van der Bruggen, Aspecten van Joods Leven in Roermond en Midden-Limburg 1275-2018 (Hilversum 2021), p. 244-246, 248-249, 248 (noot), 249 (noot), 272, 276