Zij zagen echter vaak de gevaren niet. Overdag speelden zij ‘soldaatje’, vaak met eigen gemaakte geweren en helmen. De kinderen waren goed bevriend met de Britse soldaten. Het gebeurde regelmatig dat de soldaten chocolade uitdeelden. De kinderen zochten de soldaten dan ook regelmatig op en vaak waren er soldaten bij hen thuis ingekwartierd.
Eind november kwam MacDonald Hastings, een Britse oorlogsverslaggever die werkzaam was in de frontlijn, ook in De Weerd. Tijdens de gevechten bij de Maas schreef hij een artikel over de kinderen in de frontlijn genaamd Children under fire: ‘Wat ik mij altijd zal blijven herinneren van de gevechten in de natte groene velden zijn de kinderen met hun bleke gezichten en klompen aan de voeten. De meisjes hadden linten in hun haar. Ze kropen over en op de tanks die klaar stonden voor de aanval. Zij speelden verstoppertje in de gegraven loopgraven. Zij verwarmden zich bij de vuurtjes die de Britse soldaten maakten om hun eten op te warmen. Op een keer zag ik zelfs tijdens een aanval een jongen liggen midden tussen de met machinegeweren vurende Britse soldaten. Hij had een vergiet op zijn hoofd en een houten geweer op zijn rug. Terwijl de soldaten in een werkelijk gevecht verwikkeld waren speelde hij alsof hij deelnam aan het gevecht. Op een keer stond er zelfs een meisje bij een colonne Britse voertuigen aanwijzingen te geven. Bij Roermond was er een meisje dat mij meenam naar de wegversperring die de uiterste grens van onze verdedigingslinies vormde. Zij wees mij de kerktoren aan waar de Duitsers een uitkijkpost in hadden. Alleen ’s avonds waren er geen kinderen op straat. Overdag waren zij altijd aanwezig, gevechten of geen gevechten. Het leek wel of zij beschermd werden door de voorzienigheid. Ik heb geen enkel kind gewond zien raken terwijl ik in Nederland was. Voor wat betreft de toekomst van deze kinderen, aarzel ik om hierover na te denken. Een broeder die les gaf op de school in de buurt vertelde mij dat er vanaf het begin van de gevechten geen enkele les meer gegeven was. Het zou ook nog enkele maanden onmogelijk zijn om de lessen te hervatten. Het was al moeilijk genoeg om in de veelal beschadigde en vernietigde gebouwen het normale leven weer op te pakken. Een groot probleem waren de ondervoeding van sommige kinderen en de huidziektes. De meeste kinderen leken ouder dan dat ze in werkelijkheid waren. Het verdrietigste moment voor mij was op een avond tijdens de schemering. Een jongen kwam naar mij toe en nam mij mee naar de raam. Hij vertelde mij iets in het Nederlands wat zoveel betekende als ‘kijk eens wat een mooi uitzicht’. Ik keek naar buiten en zag alleen maar beschadigde huizen, door explosies omgewoeld land en geknakte bomen. Toen ik weer naar de jongen keek zag ik dat hij omhoog keek naar de sterren en de maan.’
Leven in de frontlijn bracht gevaren met zich mee. Maar voor de kinderen waren alle gebeurtenissen in die tijd alleen maar heel spannend.