|
Geboren |
27 mei 1901 Lengfeld (D) |
|
Gedeporteerd |
|
|
Vermoord |
24 oktober 1942 Auschwitz |
|
Adres |
Kapellerlaan 60, Roermond |
|
Familie |
Zoon van Joseph Lehmann en Frieda Reinheimer, broer van Moritz Lehmann, neef van Bertha Lehmann, neef (oomzegger) van Susmann Lehmann |
Ludwig Lehmann woonde, evenals zijn moeder Frieda Lehmann-Reinheimer, in bij het gezin van zijn broer Moritz, schoonzus Emma Wolf en hun zoon Joseph. Arnold Wolf, een neefje van Emma, was er ook woonachtig. Het hele gezin Lehmann-Wolf inclusief inwonende familieleden heeft geprobeerd naar Zwitserland te vluchten. Ludwig werd reeds op 28 september 1942 door de politie als vermist opgegeven, het gezin van zijn broer Moritz een maand later. Moritz werd echter in Nederland opgepakt, Ludwig zelf in België en zijn moeder Frieda, schoonzus Emma, haar zoon Joseph en haar neefje Arnold in of bij de Franse stad Besançon, niet ver van de Frans-Zwitserse grens. Alle bewoners van het adres Kapellerlaan 60 zijn als gevolg van de Shoah vermoord. Een grafsteen staande op een leeg graf op de nieuwe joodse begraafplaats in Roermond herinnert aan de vrijwel uitgeroeide familie Lehmann-Wolf. De tekst luidt: ‘ter herinnering aan onze beminde familieleden die door de vijand in 1943 weggevoerd werden en niet terugkeerden’. Daaronder worden onder meer de namen van Frieda, Moritz, Emma, Ludwig, Joseph en Arnold vermeld.
Links
Literatuur
- Hein van der Bruggen, ‘De ondergang van joods Roermond 1940-1945’, Spiegel van Roermond 14 (2006), p. 20-51, vooral p. 34
- John Vaessen, ‘Dood, maar niet vergeten’. Graven en grafkelders op ‘den Aje Kirkhaof’ te Roermond (Roermond 2019), p. 299
- Hein van der Bruggen, Aspecten van Joods Leven in Roermond en Midden-Limburg 1275-2018 (Hilversum 2021), p. 251, 257 (noot), 276