Door John Vaessen
Toen op 30 oktober 1775 leden van de hofkapel van bisschop Philippus Damianus van Hoensbroeck (1724-1793) hem muzikaal begeleidden bij zijn inhaling als bisschop in zijn geboortestad Roermond, konden zij niet bevroeden dat deze datum onofficieel de oprichtingsdatum zou betekenen van de Koninklijke Harmonie Roermond.
Eén van de hoogtepunten in het – dit jaar – 245-jarig bestaan van deze ‘Philharmonie’, nu de ‘Keuninklikke’, is zonder twijfel het behalen van de eerste prijs op een concours in Brussel op 19 juli 1830. Op uitnodiging van La Grande Harmonie de Bruxelles besloot de Philharmonie, na eerst geaarzeld te hebben of men dit niveau wel aankon, zich toch aan te melden. De uitnodiging in de tweede categorie was mede bestemd voor steden met minder dan 15.000 inwoners, waaronder Aalst, Bornhem, Diest, Hasselt, Lier, Turnhout, Sint-Truiden en Waveren. Op donderdag 15 juli vertrokken het uit 33 personen bestaande muzikale gezelschap en zes bestuursleden vanuit hun repetitielokaal in Voorstad Sint-Jacob, uitgeleide gedaan door een grote volksmassa, in huifkarren via de Rode Brug naar de Belgische hoofdstad. Na overnachtingen in Maastricht en Tienen vervolgden ze op 17 juli via Leuven hun weg en arriveerden ze uiteindelijk te Brussel in een hotel aan de Rue des Bouchers, de nu nog steeds zeer populaire Beenhouwersstraat. In het nabijgelegen stadhuis werd de loting verricht, waarbij vastgesteld werd dat de harmonie als vierde aan de beurt zou zijn. De volgende dag werden de drie uit te voeren muziekstukken gerepeteerd. Het betrof de Ouverture les Ruïnes de Babylone van de Poolse componist Kurpinski, het Grand air Suisse gearrangeerd door dirigent Willem Bayer en een potpourri gecomponeerd door Küffner.
Op maandag 19 juli verzamelden de diverse gezelschappen zich ’s morgens bij de kiosk in het Brusselse stadspark waar het concours plaats zou vinden. Rond het middaguur was het de beurt aan de harmonie. De uit vijf leden bestaande jury was zo onder de indruk van de uitvoering, dat zij spontaan applaudisseerde, nadat Felix van Aefferden in het tweede stuk de variatie voor hoorn uitmuntend vertolkt had. Deze Felix was overigens een broer van Josephine van Aefferden, de ‘helft’ van het befaamde ‘graf met de handjes’ op het Roermondse Oude Kerkhof. Toen de burgemeester van Brussel tegen middernacht de kiosk betrad om de uitslag bekend te maken, werd de spanning onder de harmonieleden haast ondragelijk. Na het uitspreken van de verlossende woorden ‘Le premier prix à la ville de Ruremunde à l’unanimité des suffrages’, leek aan de vreugdekreten geen einde te komen. Dirigent Willem Bayer, die na afloop van het optreden van de harmonie van vermoeidheid zijn hotelkamer reeds had opgezocht, kon het heuglijke nieuws nauwelijks bevatten. Het best werd de overwinning mogelijk getypeerd met de woorden van de destijds dertienjarige fluitist Mathieu Schreurs, de uiteindelijk langstlevende deelnemer aan het concours. Nadat hij wakker gemaakt was riep hij uit: ‘Ich waar nog veur gein doezend franc thoes gebleve’. Via Maastricht en Maaseik, waar alvorens daar te overnachten nog een optreden verzorgd werd, voer het gezelschap in twee versierde vaartuigen stroomafwaarts over de Maas naar de thuishaven. Inmiddels was het bericht van de overwinning al tot in de stad doorgedrongen en ontstond er onder de Roermondenaren een niet te beschrijven euforie. De aankomst in Roermond op vrijdag 23 juli was onvergetelijk. Niemand in de stad werkte en honderden inwoners hadden zich bij de Rode Brug verzameld om hun helden in te halen. De ‘overwinning van Brussel’ had zoveel indruk gemaakt dat nog bijna zestig jaar na dato jaarlijks feestelijk aandacht aan deze memorabele gebeurtenis, dit jaar 190 jaar geleden, besteed werd.
Ontleend aan John Vaessen, ‘De illustere “Prysbehaling” door de “Philharmonie” op 19 juli 1830 te Brussel’, in: Spiegel van Roermond 2008
Foto’s: Gemeentearchief Roermond en redactie Spiegel van Roermond