|
Geboren |
1 april 1921 Roermond |
|
Gedeporteerd |
|
|
Vermoord |
1 maart 1944 Monowitz |
|
Adres |
Luifelstraat 17, Roermond |
|
Familie |
Zoon van Alex Sternfeld en Rosalie Egger, broer van Joseph Sternfeld en Albert Sternfeld |
Leo Sternfeld was secretaris, later voorzitter van de Jeugdluchtvaartclub in Roermond en volgde de opleiding tot autotechnicus aan de het Instituut voor den Autohandel (de ‘automobielschool’) in Driebergen. Zijn ouders Alex Sternfeld en Rosalie Egger, hadden een winkel aan de Marktstraat 1, nu Luifelstraat 17. Het echtpaar had drie zonen, van wie alleen Leo nog bij zijn ouders woonde. Leo kreeg op 25 augustus 1942 de oproep zich dezelfde dag in Maastricht te melden. Met vijftien anderen werd hij door de marechaussee daarnaartoe gebracht om vandaar ’s avonds bij de eerste deportatie te worden vervoerd naar Westerbork. Uiteindelijk kwam hij als dwangarbeider terecht in Monowitz, een subkamp van Auschwitz voor de dwangarbeiders van chemiebedrijf IG Farben. Hij was buitengewoon gespierd en sterk. In oktober 1943 leed hij aan difterie, maar die ziekte kwam hij weer te boven. Bijna vijf maanden later bezweek hij alsnog. Zijn broer Albert was al in augustus 1942 vermoord. Zijn vader Alex Sternfeld meldde zich in november 1942 en werd in Sobibor vermoord. Zijn moeder Rosalie Sternfeld-Egger dook onder, maar werd gearresteerd en alsnog vermoord in Auschwitz. Alleen Leo’s oudste broer Joseph Sternfeld overleefde de oorlog. Hij was actief in het verzet in Noord-Limburg en ontsnapte eind 1944 door de vijandelijke linies met informatie naar Londen.
Links
Literatuur
- Hein van der Bruggen, ‘De ondergang van joods Roermond 1940-1945’, Spiegel van Roermond 14 (2006), p. 20-51
- Hein van der Bruggen, Aspecten van Joods Leven in Roermond en Midden-Limburg 1275-2018 (Hilversum 2021), p. 158, 277