De reden voor deze snelle terugtocht was te vinden in het feit dat de Duitsers de grootste nederlaag in West-Europa hadden geleden sinds de Duitse capitulatie in november 1918. De aanleiding hiervoor was de Geallieerde landing op de stranden van Normandië op 6 juni, D-Day. Op 25 augustus werd Parijs bevrijd. Vervolgens trokken de Duitsers massaal terug. De Geallieerde divisies achtervolgden de Duitsers in de richting van Duitsland. De opmars van de Geallieerden verliep zo snel dat de Duitsers geen tijd hadden om zich te hergroeperen. Doordat de Duitsers in groten getale terugtrokken begonnen ook de Roermondenaren te geloven in een spoedige bevrijding.

De inwoners van de grensplaatsen zagen in de eerste septemberdagen gedemoraliseerde resten van het verslagen Duitse leger: Luftwaffe, Kriegsmarine, Panzergrenadiere, Sicherheits- en Bau-Battaillone en gewone infanteriesoldaten. De meeste Duitse soldaten hadden maar één doel voor ogen en dat was zo snel mogelijk naar het vaderland, naar huis. Ze sjokten over de wegen met koffers, pakjes en dozen. Dit bleef zo onafgebroken doorgaan. In Roermond stond de hele stad stond vol auto’s en tanks. Wagens die nog niet gecamoufleerd waren werden met takken bedekt. Voor dit doel zaagden de Duitsers enkele bomen om op het Wilhelminaplein. Alle vervoermiddelen werden gevorderd. De garages werden leeggehaald en de particuliere auto’s werden in beslag genomen, uitgezonderd de auto’s van dokters.

Zuster A. Remmers uit de Steegstraat in Roermond zag het gebeuren: ‘Het lijkt of de Duitsers terugtrekken. Het vervoer wordt steeds drukker en gaat ook ’s nachts door: vrachtauto’s met allerlei bagage, veel dichte, gecamoufleerde wagens, personenauto’s en ook de Rode Kruis wagens met veel gewonden. Wij zien hoe de Duitsers het Rode Kruis misbruiken, door de ziekenauto’s te gebruiken voor hun ‘dames’ en bagage met onder andere een grote kooi met kippen erin. Duitse officieren te paard door de Venlosepoort. Karren, fietsen, allerlei vervoermiddelen worden door de Duitsers ingepikt. Voor de veiligheid hebben we onze fietsen in de kelder gezet en doen alles lopend af.’

Op de Kapellerlaan stond een lange rij Duitse auto’s met de neus richting die Heimat. Op de gecamoufleerde auto’s zaten soldaten op de spatborden of op het dak met de mitrailleur schietklaar. Zij hielden de lucht nauwlettend in de gaten, bang voor een aanval van Geallieerde vliegtuigen. De meesten waren goed gecamoufleerd, de soldaten hadden twijgen op hun helmen gebonden en er lagen groene takken op de wagens. Zij maakten gebruik van uitkijkposten omdat de Luftwaffe geen rol van betekenis meer speelde.

Van een gesloten Duitse frontlinie was inmiddels geen sprake meer. Tussen de restanten van het Duitse 7e leger nabij Aken en het Duitse 15e leger nabij Antwerpen gaapte een groot gat in de frontlijn een gat van circa 120 kilometer, en Roermond lag daar middenin. De Duitsers trokken sneller terug dan de Geallieerden konden oprukken. Het zag ernaar uit dat de deur om Duitsland binnen te trekken wagenwijd openstond voor de Geallieerden. Maar de opmars stopte bij het Schelde-Maaskanaal. De aanvoerlijnen waren te lang geworden. De aanvoer van het hoognodige materieel vormde een steeds groter probleem.

Het Duitse opperbevel probeerde de terugtocht een halt toe te roepen. Generaal Model richtte een oproep tot de terugtrekkende Duitse soldaten. Doel van deze oproep was de terugtrekkende beweging te stoppen en te proberen om weer een front te vormen.

Art 02 Document Pamflet Model.jpg