|
Geboren |
4 oktober 1884 Wildervank |
|
Gearresteerd |
24 oktober 1944 |
|
Vermoord |
17 november 1944 Venlo |
|
Adres |
Roerderweg 62, Roermond |
|
Familie |
Echtgenoot van Harmine Ketelaar, vader van Remko Roosjen |
Johannes Roosjen was hoofdopzichter bij de Stroomverkoopmaatschappij van de Provinciale Limburgsche Electriciteits Maatschappij (PLEM) en gebruikte een telefoonlijn van de PLEM voor verzetswerk. Hij werd verraden door een overbuurman die lid van de NSB was, gevangengezet in het toenmalige politiebureau aan de Hamstraat (nu de modewinkel Ter Horst van Geel) en afgevoerd naar Venlo. Daar werd hij op het militaire vliegveld Fliegerhorst Venlo gefusilleerd samen met drie andere verzetsmensen: Willem Jan Jonker (45 jaar), Gerardus Wilhelmus Johannes Hekman (19 jaar), Maarten Reuchlin (33 jaar). Op die plek herinnert een kruisbeeld aan hun executie.
De naam van Johannes Roosjen is vermeld op een verzetsmonument van de PLEM dat lange tijd in Maastricht heeft gestaan bij het hoofdkantoor van de PLEM aan de Prins Bisschopsingel. Het monument is later verplaatst naar het schakelstation in Herten, toevallig naast de voormalige woning van Johannes Roosjen en zijn gezin. Ook wordt hij herdacht op het verzetsmonument in de Gedachteniskapel op de Cauberg in Valkenburg.
LINKS
LITERATUUR
- Fred Cammaert, Het verborgen front. Geschiedenis van de georganiseerde illegaliteit in de provincie Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog, 2 dln. (Leeuwarden/Mechelen 1994), p. 1123, 1126-1127