Het Corpus Iuris Civilis

In 476 ging het West-Romeinse rijk ten onder. Het Oost-Romeinse rijk rond de hoofdstad Constantinopel, ook Byzantium genoemd, bleef nog lang bestaan. De Byzantijnse keizer Justinianus (527-565) probeerde de oude glorie van de Romeinen te herstellen en heroverde een groot deel van het vroegere westelijke rijk. Die veroveringen waren niet blijvend. Wél blijvend was zijn wetgeving. Tussen 529 en 534 liet hij de versnipperde rechtsregels en het gewoonterecht van de Romeinen op een rijtje zetten en samenvatten in een serie wetboeken, die samen het Corpus Iuris Civilis worden genoemd: de ‘verzameling van het burgerlijk recht’. 

Wetsteksten en glossen

In de middeleeuwen had zo ongeveer elke plaats zijn eigen rechtsregels en juridische gewoontes. Dat was heel onpraktisch. Bij meningsverschillen raadpleegde men soms het Romeinse recht, ook al had dat geen officiële geldigheid: wat zegt het Corpus Iuris Civilis hierover, helpt dat ons misschien verder? Daarom stichtte de jurist Irnerius in 1088 in het Italiaanse Bologna een school voor de bestudering van het Romeinse recht, die uitgroeide tot de eerste westerse universiteit. Het Corpus Iuris Civilis werd in vele exemplaren gekopieerd. De wetsteksten werden voorzien van commentaren en interpretaties in de kantlijn, zogenaamde glossen. Rechtenstudenten in Bologna moesten eigen exemplaren bezitten.

Blad uit het Roermondse Corpus Iuris Civilis

Het Romeinse recht was in 1807 een belangrijk voorbeeld voor het Burgerlijk Wetboek van Napoleon. Dat wetboek werd later een voorbeeld voor de wetgeving in de meeste landen van de wereld, behalve de Engelstalige landen. 

Luxe editie uit ca. 1335

De editie die in Roermond bewaard wordt, komt ook echt uit Bologna. De boeken zijn gemaakt rond 1335. Ze vormen een zeer luxe uitvoering, geïllustreerd met randdecoraties, versierde beginhoofdletters en miniaturen. Kunsthistorici hebben vijf kunstenaars geïdentificeerd die aan de boeken hebben meegewerkt: de ‘Illustratore’ (echte naam onbekend), de ‘Meester van B18’ (naam ook onbekend), en verder Lando di Antonio, Nicoló da Bologna en een zekere Marco, die zijn naam in minilettertjes op een miniatuur achterliet: ‘Ma(r)co chi te fe(cit)’ (Marco die jou heeft gemaakt). 

Herkomst?

Hoe de drie boeken in Roermond terechtkwamen, weten we niet. Volgens een catalogus uit ca. 1720 behoorden ze toen in ieder geval tot de bibliotheek van het stadsbestuur, dat tegelijk de stedelijke rechtbank vormde. De meeste bestuurders en rechters kwamen uit rijke families en velen hadden rechten gestudeerd. Misschien is het Corpus Iuris Civilis afkomstig van één van hen. 

Rondleidingen

Het Corpus Iuris Civilis wordt – behoedzaam – getoond tijdens rondleidingen in het depot van het Gemeentearchief. Meer informatie over deze rondleidingen vindt u hier

Onze bibliotheek

De bibliotheek van het Gemeentearchief bestaat uit een kleine 400 strekkende meter aan boeken over de geschiedenis van Roermond en omgeving. Zo’n 70 meter daarvan dateert van vóór 1850. Bezoekers kunnen de boeken opvragen en inzien op de studiezaal. De catalogus staat online.

Blad uit het Roermondse Corpus Iuris Civilis 2