Zuidelijke Nederlanden

De Roermondse industrie is ouder dan die in Maastricht, Twente en de Randstad. Hoe kan dat? Roermond hoorde toen nog bij wat nu België heet. Noord-Nederland was van oudsher gericht op de handel. Maar het zuiden maakte zelf producten en nam rond 1800 allerlei vernieuwingen uit Engeland over. Spin- en weefmachines die menskracht vervingen en stoommachines die paardenkracht vervingen. Investeerders (‘kapitalisten’) die wel geld in een bedrijf staken, maar het werk door anderen lieten doen. Fabrieksgebouwen waar spinners en wevers als werknemers onder een baas werkten – eerder werd dat werk thuis was gedaan door zzp’ers die hun producten verkochten aan textielhandelaren. De industriële revolutie op het Europese vasteland begon in Zuid-Nederlandse steden als Verviers, Gent, Luik, Mons, Charleroi, Vaals en Roermond. 

Watermolens langs de Roer

In Roermond werden in 1805 twee watermolens aan de Roer opgekocht door een consortium van investeerders. Eén van die twee molens werd in 1807 een papierfabriek. De andere verkochten ze aan anderen, die er in 1809 een wolfabriek begonnen. Of liever gezegd: een machinale spinnerij en een volmolen waar de wollen stoffen werden nabewerkt. De tussenstap, het weven, gebeurde nog bij thuiswevers. Beide fabrieken werkten de eerste jaren nog niet met stoommachines – ze hadden waterkracht.
In de decennia daarna verrezen er langs de Roer meer textielfabrieken. Het werden er uiteindelijk vijf. 

fabrieken-rond-de-Roer
Jan Mathijs Lecluyse, fabrieken in de Roerdelta. Gemeentearchief.

Een kapitalist-kunstenaar

Hoe Roermonds oudste industrieterrein eruitzag, weten we van de tekeningen van jonkheer Alexander Frans van Aefferden. Hij mede-eigenaar van de eerste wolfabriek en enthousiast amateurkunstenaar. Zijn fabriek was in 1810 al een fors gebouw van drie verdiepingen plus een zolder. Op andere tekeningen is de papierfabriek te zien. Enkele van die tekeningen zijn te zien in het Historiehuis. 

industrie-aan-de-roer-1830
Alexander Frans van Aefferden, de Roermondse papier- en textielfabrieken, 1830. Historiehuis Roermond.

Bij ‘industriële revolutie’ denken we óók aan rokende fabrieksschoorstenen, uitbuiting van de arbeidersklasse, verloederde achterbuurten, kinderen in lompen en drankmisbruik. Zo was het vroeger inderdaad, ook in Roermond. Maar tegenwoordig heeft het oude fabriekscomplex langs de Roer een luxe en modieuze uitstraling: cultuur (ECI Cultuurfabriek), chic eten (sterrenrestaurant One) en groene stroom (waterkrachtcentrale Roer en Overmaas). Het grauwe fabrieksverleden leeft half voort en is half uitgewist.


Grote afbeelding: Alexander Frans van Aefferden, de wolfabriek in 1810. Historiehuis Roermond.