Op de kaart van Roermond uit 1671 is de voogdij te zien in volle glorie: vier hoofdgebouwen rond een binnenplaats en drie bijgebouwen. De voogd was toen ook nog een trotse heer van adel: Jan Willem II baron van Cortenbach. Lage adel, voor alle duidelijkheid.
‘Trots’ is trouwens diplomatiek uitgedrukt. Je zou ook kunnen zeggen: arrogant. Het geslacht Van Vlodrop, sinds 1349 bezitter van de voogdij en de daarbij behorende rechten, was in 1658 uitgestorven met Jan Willems moeder Lucia. Zij had geëist dat ze gratis in de Sint-Christoffelkerk begraven werd, ‘seggende dan den grondt van de keercke haer toe quaem’. Dat was helemaal niet waar. Deze brutaliteit is terug te vinden in het Oud-archief, inv.nr. 1302a, p. 359.

Lage adel komt tot enig aanzien

De voogden beheerden sinds de twaalfde eeuw voor de graaf van Gelre het domein (landgoed) Roermond, een verzameling losse landerijen. Ze inden bepaalde belastingen, benoemden de pastoor van de parochiekerk, spraken recht in kwesties over de gronden en de bewoners van het domein, bezaten het recht om te vissen in de Roer en het recht om schapen te laten grazen in de Weerd. Later groeiden hun rechten en bezittingen nog verder aan. Na verloop van tijd werden personen met dit soort beheerstaken en rechten gerekend tot de lage adel (dienstadel).
Voogd Diederik (vermeld 1263-1304/1305) ontwikkelde zich tot een man van enig aanzien. Hij werd als vertrouweling van graaf Reinald I van Gelre op diplomatieke missies naar het buitenland gestuurd.
Na de dood van zijn dochter Elisabeth kwam de voogdij in handen van de Van Vlodrops.

zegels van voogd diederik van roermond
De twee zegels van voogd Diederik van Roermond, dertiende eeuw. Stadsarchief Keulen en stadsarchief Xanten (D).

Conflicten met de stad

Maar Roermond was in de dertiende eeuw een stad geworden. Sommige percelen van het domein Roermond lagen nu binnen de muren van de stad Roermond en waren bebouwd met huizen. Dat werd een bron van juridische conflicten. Een tweede strijdpunt ontstond nadat de Maas via een kanaal in de Roer was geleid. De Maas verlegde daarna steeds haar loop. Waar gold nu precies het visrecht van de voogd en welke gronden langs de Roer hoorden nu precies bij het domein Roermond?
In 1582 begonnen de voogden een reeks processen tegen het stadsbestuur over van alles en nog wat, die twee eeuwen (!) zou duren. Vanaf 1599 claimden de voogden het hele gebied ten noorden van de lijn Steegstraat-Swalmerstraat-Kraanpoort-Looskade, inclusief de Sint-Christoffelkerk. Het conflict liep uit de hand. In 1661 en in 1698 kwam het zelfs tot ordinaire vechtpartijen.
Het stadsbestuur wilde van dat gedoe af. In 1721 kocht de stad de claims van de voogden op percelen binnen de stad af. Tien jaar later probeerde het stadsbestuur de voogdijgebouwen aan te kopen, maar dat mislukte. Intussen was de voogdij vererfd op families die ver weg woonden en steeds minder binding met Roermond hadden. Het conflict ging daardoor sluimeren. Een laatste proces in 1784 ging over het recht om schapen te laten grazen in het Vrijveld, dat toen nog buitengebied was.

Alleen een paar namen

De Franse tijd maakte een eind aan de voorrechten van de voogdenfamilie. Het enige wat zij overhielden was de titel avoué de Ruremonde (voogd van Roermond). Na de sloop van de laatste resten van de voogdijgebouwen in 1908 bleef alleen de straatnaam Voogdijstraat over.

restant-voogdijgebouwen-voor-de-sloop
De laatste restanten van de voogdij rond 1900. Foto: Gemeentearchief.


Grote afbeelding: De voogdijgebouwen in de zeventiende eeuw (bij nummertje 8). Detail van de stadsplattegrond van Herman Janssens uit 1671. Historiehuis Roermond.