Emile Seipgens was de zoon van een Roermondse brouwer. Hij speelde amateurtoneel en hield komische voordrachten in het dialect. In 1864 schreef hij, 27 jaar oud, voor zijn toneelclub een opera in het Roermonds plat, Schinderhannes. Later zou hij serieuze literaire verhalen gaan schrijven. Maar de Schinderhannes, een in elkaar geflanst verhaal zonder veel pretenties, werd zijn bekendste en populairste werk.
Emile Seipgens, ca. 1880. Foto: Gemeentearchief.Het stuk werd uitgevoerd van Assen tot Amsterdam en Antwerpen en zelfs op vijf plaatsen in Nederlands-Indië. Er verschenen bewerkingen in het Nederlands en verschillende andere dialecten. Een katholiek priester werkte het stuk om voor het patronaatstoneel: een krom verhaal zonder liefdesgeschiedenis met alleen mannenrollen. In Roermond ontstond na een tijdje de traditie om het stuk eens in de zeven jaar uit te voeren. Hele families waren erbij betrokken: als solist, als ‘volk’, als muzikant en/of achter de schermen.
Het verhaal
De opera is opgehangen aan een beruchte Duitse roverhoofdman bijgenaamd Schinderhannes die rond 1800 leefde, maar het verhaal heeft geen enkel verband met de historische feiten. Het is eerder een luchtige versie van de legende van de middeleeuwse professor Faust, die in ruil voor kennis zijn ziel zou hebben verkocht aan de duivel. Ook Schinderhannes verkoopt zijn ziel aan de duivel, in ruil voor rijkdom en succes in de liefde.
De duivel (Vincent Mooren), Florenske (Corry Snijders-van Helden) en Schinderhannes (Mathieu Mooren) bij een speciale uitvoering ter gelegenheid van een bezoek van koningin Beatrix aan Roermond, 1982. Foto: Jo Cober / Gemeentearchief.Na zeven jaar komt de duivel hem halen, maar in het laatste bedrijf wordt deze dronken gevoerd, gevangengenomen en gedwongen om zijn contract met Schinderhannes te verscheuren. Eind goed, al goed. Schinderhannes’ schoonmoeder, de heks Hyacinthe, speelt een belangrijke rol. Zij bedenkt plannetjes om de duivel eerst in, en later weer uit te schakelen.
Steken onder water naar ‘Holland’
Oudere Roermondenaren vertellen graag waarom de Schinderhannes zo populair was: de enige in het stuk die geen dialect maar Nederlands spreekt, is de duivel. De ‘Hollenjers’ worden zo dus, voor wie de hint begrijpt, als het ware op één lijn gesteld met de duivel. Maar de opera bevat meer steken onder water naar ‘Holland’, al begrijpen wij die tegenwoordig vaak niet meer. Het openingslied verwijst subtiel naar het beroemde duet Amour sacré de la patrie, dat in 1830 het startsein had gevormd voor de Belgische afscheiding. Het lied Of ich wil of neet, ich zal ’t mótte doon heeft de melodie van het Dachsteinlied, dat bekend was met een Vlaams-nationalistische en een Duits-nationalistische tekst. Allons, mien vrunj, geer mót uch sjtiepe is een variant op de Marseillaise. Dat was in Seipgens’ tijd nog niet het Franse volkslied, maar een verboden strijdlied dat opriep om in opstand te komen. In de Schinderhannes vormt het lied de oproep om de strijd aan te binden tegen de duivel – de enige in het stuk die Nederlands spreekt, weet u nog? Het Roermondse publiek genoot met volle teugen van deze hints naar de politieke verhoudingen.
Populaire muziek
Vermoedelijk zijn alle of bijna alle melodieën in de Schinderhannes ontleend aan bekende volksliedjes, militaire marsen en vooral opera’s. Alleen al uit Robert le Diable, een opera van Giacomo Meyerbeer uit 1831, zijn vier melodieën overgenomen. Opera’s waren de popmuziek van de negentiende eeuw, ze waren bij een breed publiek bekend. Dat verklaart ook de flarden Franse en Duitse tekst in het Roermondse stuk; die riepen bij het publiek een ‘o ja’-gevoel op.
Levende traditie
De Schinderhannes is al ruim 160 jaar een belangrijk en zeer geliefd stuk plaatselijke cultuur. In 2017 werd een recordaantal voorstellingen behaald met in totaal zo’n 9000 bezoekers. De traditie wil dat de uitvoeringen eens in de (pakweg) zeven jaar terugkeren, net als de duivel in het verhaal. De voorbereidingen voor de volgende uitvoering zijn dan ook volop aan de gang.
De duivel (Amber Nelissen) wordt dronken gevoerd door Schinderhannes (Raoul Reimersdal), 2017. Foto: Cord Beckmann / PhotoCord.