Tijdens de Tachtigjarige Oorlog boekten de opstandelingen tegen de koning van Spanje in 1572 hun eerste successen. Willem van Oranje rook zijn kans en viel het hertogdom Gelre binnen. Hij bezette vier kleinere steden, verscheen op 22 juli voor Roermond en eiste dat de stad zijn leger binnenliet. Het stadsbestuur voelde er niets voor om de kant van de opstand te kiezen en hield de poorten dicht. Er lagen zo’n duizend Spaanse soldaten in de stad. Het leger van de prins was twintig keer zo groot. 

Slachtpartij

De prins was boos over reactie van de stad en gaf uit frustratie bevel om grof geweld te gebruiken. Zestien kanonnen schoten de poorten in brand en het voetvolk stormde de stad binnen. De soldaten plunderden zes kloosters en brachten 21 tot 23 geestelijken om, waaronder twaalf monniken van het kartuizerklooster. Sommigen hakten ze eerst vingers, neus en oren af. Ze sneden hen de ingewanden uit het naakte lichaam en duwden er één zijn hart in de mond. Een ander werd met zijn hoofd in een kuil gestoken en toen opgeknoopt. Een kloosteroverste werd een oor en de hoofdhuid afgerukt, maar in leven gelaten. Ook de pastoor werd net niet afgemaakt, in ruil voor losgeld. De soldaten namen gijzelaars mee om nog meer losgeld te eisen. 

Willem de Zwijger

Prins Willem, bijgenaamd de Zwijger, schreef na afloop verhullend dat zijn mannen maar drie of vier mensen gedood hadden en ‘zich meer op de priesters en monniken hadden gericht’. Een Duits gedichtje dat op een prent verscheen was duidelijker. De tekst luidt, in vertaling: ‘De stad wilde zich niet overgeven, daarom was de prins haar niet goed gezind. Hij nam haar in met geweld, daarom moest jong en oud lijden.’ 

gravure-hogenberg-aanval-detail
Deel van een gedichtje onder een gravure van de aanval op Roermond door Willem van Oranje, gemaakt door Frans Hogenberg, ca. 1574-1578. Historiehuis Roermond. 

Internationaal schandaal

Katholiek Europa sprak schande over de wreedheden tegen de ‘mannen van God’, die zich niet konden verdedigen. Er verschenen afbeeldingen van de moordpartij in gravures en op enorme schilderijen in Zuid-Europese kartuizerkloosters.

schilderij-carducho-kartuizermoord
Vicente Carducho, De kartuizermoord, in 1626-1630 gemaakt voor het kartuizerklooster in El Paular. Museo de Belas Artes da Coruña, Spanje. 

Anderhalve eeuw later, in de achttiende eeuw, werd het grote schilderij met de bloedstraal gemaakt dat nu in het Historiehuis hangt. De kunstenaar liet alle twaalf moorden gelijktijdig plaatsvinden in een gefantaseerd decor.
Een nauwkeurig verslag van de moordpartij verscheen in 1608. De schrijver, Arnold Havens, heeft waarschijnlijk nog mensen gesproken die de slachting hadden meegemaakt. Dit zeer zeldzame boekje is aanwezig in de bibliotheek van het Gemeentearchief. Havens’ boek werd vaak herdrukt, tot in 1753. 

boekje-havens-kartuizermoord
Het zeldzame boekje van Arnold Havens over de kartuizermoord uit 1608. Gemeentearchief.


Grote afbeelding: Anoniem, de kartuizermoord op 23 juli 1572. Historiehuis Roermond.