In 1914 kwam Alex Sternfeld, geboren in Brummen, in Roermond wonen. Voor de liefde: een dikke maand later trouwde hij met Rosalie Egger. Haar familie had een winkel in ‘manskleêren’, die sinds 1887 aan de Marktstraat gevestigd was. Alex kwam ook in de zaak; hij en Rosalie zouden het bedrijf later overnemen.

advertentie-kledingzaak-egger
Advertentie van ca. 1900 voor kledingzaak De Stad Amsterdam van Rosalies vader, Daniël Egger. 

Ze kregen drie zonen: Jo, Albert en Leo. Jo vertrok in 1937 naar Amsterdam. Albert ging na de HBS in Rotterdam economie studeren. Leo werd autotechnicus en woonde nog bij zijn ouders. 

Joods leven in Roermond

Roermond had een kleine Joodse gemeenschap, die in 1853 achter een winkel in de Hamstraat een synagoge en een schooltje had gebouwd. 

bestuur-synagoge-bij-jubileum-1913
Het bestuur van de synagoge bij het 60-jarig jubileum in 1913. Collectie Hein van der Bruggen. 

Er bestond in Roermond een zeker antisemitisme, maar de Joden waren goed geïntegreerd. Alex Sternfeld was in 1932 lid van één van de comités die de feesten rond Roermonds 700-jarig bestaan organiseerden. Zoon Albert speelde hockey bij Concordia, een niet-katholieke sportclub. Leo was voorzitter van de Jeugdluchtvaartclub.
In 1933 grepen de nazi’s in Duitsland de macht. Eind 1938 vernielden ze tijdens de Kristallnacht Joodse eigendommen en vermoordden honderden Joden. De grensgemeente Roermond werd een doorgangshuis van Duits-Joodse vluchtelingen. Roermondse Joden richtten een steuncomité op, met Alex Sternfeld als voorzitter. Sommigen vluchtelingen bleven. De Joodse bevolking groeide van circa 55 naar zo’n 120 personen. 

De Shoah

Tijdens de bezetting voltrok de Jodenvervolging zich stap voor stap. Zoon Albert werd op 9 augustus 1942 opgepakt in Rotterdam. Bij aankomst in Auschwitz werd hij op de vlucht doodgeschoten. De Roermondse Joden werd in drie groepen gedeporteerd: op 25 augustus 1942, op 10 en 11 november 1942 en op 9 april 1943. Bij de eerste deportatie werd Leo opgeroepen. Hij meldde zich, verrichte in Westerbork ruim een jaar dwangarbeid en bezweek op 1 maart 1944 in het dwangarbeiderskamp Monowitz bij Auschwitz. Vader Alex werd voor de tweede deportatie opgeroepen. Na een half jaar in Westerbork werd hij in mei 1943 op transport gezet naar Sobibor. Daar werd hij direct bij aankomst vermoord. Moeder Rosalie ontkwam aan de derde deportatie omdat ze ‘ziek’ was en dook onder. Het winkel-woonhuis aan de Luifelstraat werd intussen toegewezen aan een Duitser. Bij hem werden minstens drie keer ruiten ingegooid ‘om politieke redenen’, zoals de Roermondse burgemeester rapporteerde. In februari 1944 werd Rosalie in Heerlen verraden en gearresteerd. Op 6 maart 1944 is ze in Auschwitz vermoord. Haar broer Cesar en haar moeder, de weduwe Selma Egger-Keijzer, waren vóór de oorlog verhuisd naar Alkmaar en Amsterdam. Ook zij overleefden de vernietigingskampen niet.
Alleen de oudste zoon Jo overleefde. Hij dook op tijd onder, werd actief in het verzet en ontsnapte in 1944 naar Engeland. 

Na de oorlog

Na de oorlog keerden maar 24 Joden terug naar Roermond. Een monument op de binnenplaats van de voormalige synagoge aan de Hamstraat herdenkt de Joodse nazi-slachtoffers uit Roermond. Dat zijn er 133. Voor heel Europa zijn het er bijna 6 miljoen.
De synagoge is in 1987 gesloten. Het gebouw is nu eigendom van de Nederlands-Israëlietische Hoofdsynagoge in Maastricht en wordt beheerd door de Stichting Rura.
Rond 2020 zijn er Stolpersteine (struikelstenen) geplaatst bij de voormalige woonadressen van de weggevoerde en vermoorde Roermondse Joden.

Stolpersteine-familie-Sternfeld
Foto: Rob Kooiman.


Grote foto: collectie Hein van der Bruggen.